Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

 

ANORGANISCHE CHEMISCHE PRODUCTEN; ANORGANISCHE OF ORGANISCHE VERBINDINGEN VAN EDELE METALEN, VAN RADIOACTIEVE ELEMENTEN, VAN ZELDZAME AARDMETALEN EN VAN ISOTOPEN

 

 

AANTEKENINGEN

 

 

1. De posten van dit hoofdstuk hebben, voor zover uit de context niet het tegendeel blijkt, uitsluitend betrekking op:

 

a. geïsoleerde chemische elementen en geïsoleerde chemisch welbepaalde verbindingen, ook indien zij onzuiverheden bevatten;

b. waterige oplossingen van de producten, bedoeld onder a) hiervoor;

c. andere oplossingen van de hiervoor onder a) bedoelde producten, voor zover deze oplossingen gebruikelijke en noodzakelijke bereidingsvormen zijn die uitsluitend zijn gekozen om veiligheidsredenen of om de producten geschikt te maken voor vervoer en voor zover de oplosmiddelen de producten niet méér geschikt maken voor bijzondere toepassingen dan voor hun gebruik in het algemeen;

d. producten bedoeld onder a, b of c hiervoor, waaraan een stabilisator (zelfstandigheden om het klonteren tegen te gaan daaronder begrepen) is toegevoegd, nodig voor de houdbaarheid of voor het vervoer;

e. producten bedoeld onder a, b, c of d hiervoor, waaraan een zelfstandigheid is toegevoegd om het verstuiven tegen te gaan of waaraan een kleurmiddel is toegevoegd om het onderkennen ervan te vergemakkelijken dan wel om veiligheidsredenen, voor zover deze toevoegingen de producten niet méér geschikt maken voor bijzondere toepassingen dan voor hun gebruik in het algemeen.

 

 

2. Naast dithionieten en sulfoxylaten, gestabiliseerd met organische stoffen (post 28.31), de anorganische carbonaten en peroxocarbonaten (post 28.36), de cyaniden, oxycyaniden en complexe cyaniden van anorganische basen (post 28.37), de anorganische fulminaten, cyanaten, en thiocyanaten (post 28.42), de organische producten begrepen onder de posten 28.43 tot en met 28.46 en 28.52 en de carbiden (post 28.49), worden alleen de hieronder genoemde koolstofverbindingen onder dit hoofdstuk ingedeeld:

a. oxiden van koolstof, waterstofcyanide (blauwzuur), knalzuur, isocyaanzuur, thiocyaanzuur en andere al dan niet complexe cyaanzuren (post 28.11);

b. carbonylhalogeniden (post 28.12);

c. koolstofdisulfide (post 28.13);

d. thiocarbonaten, selenocarbonaten en tellurocarbonaten, selenocyanaten en tellurocyanaten, tetrathiocyanatodiaminechromaten (reineckaten) en andere complexe anorganische cyanaten (post 28.42);

e. waterstofperoxide in vaste toestand gebracht met ureum (post 28.47), koolstofoxidesulfide, thiocarbonylhalogeniden, cyaan, cyaanhalogeniden, cyaanamide en metaalverbindingen van cyaanamide (post 28.53), met uitzondering van calciumcyaanamide, ook indien zuiver (hoofdstuk 31).

 

3. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op afdeling VI, omvat dit hoofdstuk niet:

 

a. natriumchloride en magnesiumoxide, ook indien zuiver, en andere producten bedoeld bij afdeling V;

b. producten die zowel tot de anorganische verbindingen als tot de organische verbindingen zijn te rekenen, andere dan die bedoeld bij aantekening 2 hiervoor;

c. producten bedoeld bij de aantekeningen 2, 3, 4 en 5 op hoofdstuk 31;

d. anorganische producten van de soort gebruikt als 'lichtgevende stoffen' (luminoforen) bedoeld bij post 32.06, glasfritten en ander glas in de vorm van poeder, van korreltjes, van schilfers of van vlokken, bedoeld bij post 32.07;

e. kunstmatig grafiet (post 38.01), preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten, alsmede brandblusbommen (post 38.13), radeervloeistoffen in verpakkingen voor de verkoop in het klein (post 38.24) en gecultiveerde kristallen - andere dan optische elementen - van alkalimetaalhalogeniden of van aardalkalimetaalhalogeniden, wegende per stuk 2,5 g of meer (post 38.24);

f. natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen en poeder en stof van dergelijke stenen (posten 71.02 tot en met 71.05), alsmede edele metalen en legeringen daarvan bedoeld bij hoofdstuk 71;

g. metalen, ook indien zuiver, legeringen van metalen en cermets, gesinterde metaalcarbiden daaronder begrepen (metaalcarbiden gesinterd met een metaal), bedoeld bij afdeling XV;

h. optische elementen, bijvoorbeeld van alkalimetaalhalogeniden of van aardalkalimetaalhalogeniden (post 90.01).

 

4. Chemisch welbepaalde complexe zuren, bestaande uit een verbinding van een anorganisch zuur bedoeld bij onderdeel II, en een metaalzuur (hydroxide) bedoeld bij onderdeel IV, worden ingedeeld onder post 28.11.

 

5. De posten 28.26 tot en met 28.42 hebben alleen betrekking op de zouten en peroxozouten van metalen of van ammonium.

 

Voor zover uit de context niet het tegendeel blijkt, worden dubbelzouten en complexe zouten ingedeeld onder post 28.42.

 

6. Onder post 28.44 worden slechts de hierna genoemde producten ingedeeld:

 

a. technetium (atoomnummer 43), promethium (atoomnummer 61), polonium (atoomnummer 84) en alle elementen met een atoomnummer hoger dan 84;

b. natuurlijke en kunstmatige radioactieve isotopen (isotopen van edele of onedele metalen bedoeld bij de afdelingen XIV en XV daaronder begrepen), ook indien onderling vermengd;

c. anorganische of organische verbindingen van de hiervoor bedoelde elementen en isotopen, al dan niet chemisch welbepaald, ook indien onderling vermengd;

d. legeringen, dispersies (cermets daaronder begrepen), keramische producten en mengsels die de hiervoor bedoelde elementen of isotopen dan wel anorganische of organische verbindingen daarvan bevatten en een specifieke radioactiviteit hebben van meer dan 74 Bq/g (0,002 μ Ci/g);

e. gebruikte (bestraalde) splijtstofelementen van kernreactoren;

f. radioactieve afvalstoffen, ook indien zij nog bruikbaar zijn.

 

Voor de toepassing van deze aantekening en van de posten 28.44 en 28.45 wordt onder 'isotopen' verstaan:

- geïsoleerde nucliden, met uitzondering van de chemische elementen die in de natuur monoïsotopisch voorkomen;

- mengsels van isotopen van hetzelfde element, verrijkt aan één of meer van hun isotopen, dat wil zeggen elementen waarvan de natuurlijke isotopensamenstelling kunstmatig is gewijzigd.

7. Post 28.48 omvat eveneens koperfosfide (fosforkoper) bevattende meer dan 15 gewichtspercenten fosfor.

 

8. Chemische elementen, zoals silicium en seleen (selenium), die met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden gedoopt zijn, worden onder hoofdstuk 28 ingedeeld, indien zij ruw getrokken zijn of voorkomen in de vorm van cilinders of staven. In de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke, worden zij onder post 38.18 ingedeeld.

Aanvullende aantekening

1. Voor de toepassing van onderverdeling 2852 10 wordt onder het begrip ‘chemisch welbepaald' verstaan alle organische of anorganische kwikverbindingen die voldoen aan de voorwaarden van de letters a tot en met e van aantekening 1 bij hoofdstuk 28 of de letters a tot en met h van aantekening 1 bij hoofdstuk 29.

AANVULLENDE AANTEKENING (GN)

1. Tenzij anders is bepaald, worden onder de zouten, die in een onderverdeling van een post zijn genoemd, mede begrepen de zure en basische zouten.

 

 

AANTEKENINGEN

 

 

1. A. Producten (andere dan radioactieve metaalertsen) die beantwoorden aan de omschrijving van post 28.44 of 28.45, moeten worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

 

B. Behoudens het bepaalde onder A. hiervoor, moeten producten die beantwoorden aan de omschrijving van post 28.43 of 28.46 of 28.52 worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van afdeling VI.

 

 

2. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 hiervoor, moeten alle producten die behoren tot een der posten 30.04, 30.05, 30.06, 32.12, 33.03, 33.04, 33.05, 33.06, 33.07, 35.06, 37.07 of 38.08, hetzij omdat ze zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, hetzij omdat ze voorkomen in afgemeten hoeveelheden, worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

 

 

3. Goederen aangeboden in stellen of assortimenten en bestaande uit twee of meer bestanddelen die geheel of gedeeltelijk tot een der posten van deze afdeling behoren en waarvan kan worden onderkend dat zij bestemd zijn om, door vermenging, een product bedoeld bij afdeling VI of VII te verkrijgen, worden ingedeeld onder de post die betrekking heeft op dit product, mits:

a. duidelijk kan worden onderkend dat zij, gezien de wijze van opmaak, bestemd zijn om gezamenlijk te worden gebruikt, zonder eerst opnieuw te worden verpakt;

b. zij gelijktijdig worden aangeboden;

c. onderkend kan worden dat zij, gezien aard of hoeveelheid, elkaars complement zijn.

4. Wanneer een product voldoet aan de omschrijving in een of meer posten van afdeling VI op grond van de omschrijving aan de hand van de naam of de functie, en tevens voldoet aan de bewoording van post 3827, moet het worden ingedeeld onder een post die verwijst naar de naam of de functie van het product en niet onder post 3827.