Hoofdstuk 31

Meststoffen

AANTEKENINGEN

1. Dit hoofdstuk omvat niet:

a. dierlijk bloed bedoeld bij post 05.11;

b. geïsoleerde producten van welbepaalde chemische samenstelling, andere dan in de aantekeningen 2 onder a)3, onder a)4, onder a), of 5 hierna genoemd;

c. gecultiveerde kristallen van kaliumchloride (geen optische elementen zijnde), wegende per stuk 2,5 g of meer (post 38.24); optische elementen van kaliumchloride (post 90.01).

2. Post 31.02 omvat uitsluitend, voorzover zij niet zijn opgemaakt op de in post 31.05 bedoelde wijze:

a) de navolgende producten:

1. natriumnitraat, ook indien zuiver;

2. ammoniumnitraat, ook indien zuiver;

3. dubbelzouten, ook indien zuiver, van ammoniumsulfaat en ammoniumnitraat;

4. ammoniumsulfaat, ook indien zuiver;

5. dubbelzouten (ook indien zuiver) of mengsels van calciumnitraat en ammoniumnitraat;

6. dubbelzouten (ook indien zuiver) of mengsels van calciumnitraat en magnesiumnitraat;

7. calciumcyaanamide, ook indien zuiver, al dan niet geïmpregneerd met olie;

8. ureum, ook indien zuiver;

b) meststoffen, bestaande uit mengsels van onder a) hiervoor genoemde producten;

c) meststoffen, bestaande uit mengsels van ammoniumchloride of van onder a) en b) hiervoor genoemde producten en krijt, gips of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen;

d) vloeibare meststoffen, bestaande uit onder a) punt 2 of a) punt 8 hiervoor genoemde producten of uit mengsels van deze producten, opgelost in water of in ammoniakwater.

3. Post 31.03 omvat uitsluitend, voorzover zij niet zijn opgemaakt op de in post 31.05 bedoelde wijze:

a) de navolgende producten:

1. fosfaatslakken;

2. natuurlijke fosfaten bedoeld bij post 25.10, geroost, gebrand of die een verdere warmtebehandeling hebben ondergaan dan voor het verwijderen van onzuiverheden noodzakelijk is;

3. superfosfaat (gewoon, dubbel of tripel);

4. calciumwaterstoforthofosfaat met ten minste 0,2 gewichtspercenten fluor, berekend op het droge kristalwatervrije product;

b) meststoffen, bestaande uit mengsels van onder a) hiervoor genoemde producten, zonder rekening te houden met de fluorgehaltebegrenzing;

c) meststoffen, bestaande uit mengsels van onder a) en b) hiervoor genoemde producten (zonder rekening te houden met de fluorgehaltebegrenzing) en krijt, gips of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen.

4. Post 31.04 omvat uitsluitend de navolgende producten, voorzover zij niet zijn opgemaakt op de in post 31.05 bedoelde wijze:

a) de navolgende producten:

1. ruwe natuurlijke kalizouten (carnalliet, kaïniet, sylviniet en andere);

2. kaliumchloride, ook indien zuiver, onder voorbehoud van de bepalingen van aantekening 1 c);

3. kaliumsulfaat, ook indien zuiver;

4. kaliummagnesiumsulfaat, ook indien zuiver;

b) meststoffen, bestaande uit mengsels van onder a) hiervoor genoemde producten.

5. Ammoniumdiwaterstoforthofosfaat en diammoniumwaterstoforthofosfaat, ook indien zuiver of onderling vermengd, worden ingedeeld onder post 31.05.

6. Voor de toepassing van post 31.05 worden als 'andere meststoffen' uitsluitend aangemerkt, producten van de soort gebruikt als meststof en die, als wezenlijk bestanddeel, ten minste één van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor of kalium bevatten.

 

 

AANTEKENINGEN

 

 

1. A. Producten (andere dan radioactieve metaalertsen) die beantwoorden aan de omschrijving van post 28.44 of 28.45, moeten worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

 

B. Behoudens het bepaalde onder A. hiervoor, moeten producten die beantwoorden aan de omschrijving van post 28.43 of 28.46 of 28.52 worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van afdeling VI.

 

 

2. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 hiervoor, moeten alle producten die behoren tot een der posten 30.04, 30.05, 30.06, 32.12, 33.03, 33.04, 33.05, 33.06, 33.07, 35.06, 37.07 of 38.08, hetzij omdat ze zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, hetzij omdat ze voorkomen in afgemeten hoeveelheden, worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

 

 

3. Goederen aangeboden in stellen of assortimenten en bestaande uit twee of meer bestanddelen die geheel of gedeeltelijk tot een der posten van deze afdeling behoren en waarvan kan worden onderkend dat zij bestemd zijn om, door vermenging, een product bedoeld bij afdeling VI of VII te verkrijgen, worden ingedeeld onder de post die betrekking heeft op dit product, mits:

a. duidelijk kan worden onderkend dat zij, gezien de wijze van opmaak, bestemd zijn om gezamenlijk te worden gebruikt, zonder eerst opnieuw te worden verpakt;

b. zij gelijktijdig worden aangeboden;

c. onderkend kan worden dat zij, gezien aard of hoeveelheid, elkaars complement zijn.

4. Wanneer een product voldoet aan de omschrijving in een of meer posten van afdeling VI op grond van de omschrijving aan de hand van de naam of de functie, en tevens voldoet aan de bewoording van post 3827, moet het worden ingedeeld onder een post die verwijst naar de naam of de functie van het product en niet onder post 3827.