Jurisprudentie

  • Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 30 januari 2024 in zaaknummer CUR202201304 geoordeeld dat een bedrijf dat cosmeticaproducten produceert voor haar, huid en gezicht moet worden aangemerkt als industrie in de zin van de Landsverordening Tarief van Invoerrechten (LvTVI). Daarmee komt belanghebbende in aanmerking voor de toepassing van vrijstelling van invoerrecht en omzetbelasting voor de invoer van grondstoffen, halffabricaten en machines. Daarmee verklaart het Gerecht het beroep gegrond.

  • De Advocaat Generaal bij het Hof van Justitie heeft op18 januari 2024 in zaak C 104/23 geconcludeerd ter zake van de indeling van kalverhutten en het begrip ‚geprefabriceerde bouwwerken’. Volgens de AG zouden kalverhutten moeten worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 9406 00 80.

  • De Rechtbank Noord-Holland heeft op 27 december 2023 in de zaaknummers HAA 21/6739 en HAA 21/6740 geoordeeld dat goederen die bestaan uit een kunststof stolp, met een diameter van 10 cm en een hoogte van 15 cm, een voet van kurk met een diameter van 10 cm, drie vellen met decoraties van onder andere bloemen en vlinders, drie metalen pennen waar de decoratie aan bevestigd kan worden; en een vel foam tape, moet worden ingedeeld onder post 39.26. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen - te weten het ontwerp, de vormen en de materialen van de onderdelen - en het gebruik van de goederen zijn de goederen niet geschikt en bestemd om mee te spelen. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

  • Tussen partijen is in geschil of de goederen, die bestaan uit vormen van MDF welke kunnen worden versierd met daarbij met de goederen meegeleverd stencils, verf, een kwast en eventueel een touwtje om het geheel op te hangen, moeten worden ingedeeld onder de GN onderverdeling 9503 0070, zoals verweerder voorstaat, of onder GN-code 4420 1019 zoals eiseres primair voorstaat, dan wel onder Taric-code 9503003990">9503 0039 90 zoals eiseres subsidiair voorstaat. De Rechtbank Noord-Holland heeft op 21 december in de zaken onder de nummers HAA 21/5613 en HAA 21/5614 dat de onderhavige goederen hun wezenlijk karakter ontlenen aan de onderdelen van MDF. De MDF-onderdelen bepalen het karakter van het geheel en de goederen moeten worden ingedeeld onder GN-code 4420 1019, als zijnde decoratieartikelen van hout. De beroepen dienen gegrond te worden verklaard.

  • In een geschil of zogenoemde “glitter powder” producten moeten worden ingedeeld onder code 3907 9980 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN), zoals verweerder voorstaat, of onder GN-code 9505 9000 zoals eiseres primair voorstaat dan wel onder Taric-code 9503009590">9503 0095 90 zoals eiseres subsidiair voorstaat. De rechtbank Noord-Holland heeft op 27 december in de zaken onder de nummers HAA 21/5615, HAA 21/5616 en HAA 23/5821 geoordeeld dat het eindproduct niet het voorkomen heeft en niet de kenmerken vertoont van speelgoed. Eiseres heeft derhalve niet aannemelijk gemaakt dat de goederen als ander speelgoed onder Taric-code 9503009590">9503 0095 90 moeten worden ingedeeld.