Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer; van ijzer en van staal

WERKEN VAN GIETIJZER; VAN IJZER EN VAN STAAL

AANTEKENINGEN

1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als 'gietijzer' aangemerkt, de producten verkregen door gieten, waarvan het gewichtspercentage ijzer dat van elk der andere elementen overtreft en die niet beantwoorden aan de definitie van staal als bedoeld bij aantekening 1, onder d), op hoofdstuk 72.

2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als 'draad' aangemerkt, warm of koud gevormde producten waarvan de grootste afmeting der dwarsdoorsnede, ongeacht de vorm, niet meer dan 16 mm bedraagt.

 

AANTEKENINGEN

 

1. Deze afdeling omvat niet:

 

a. verf, inkt en dergelijke producten, bereid met metaalpoeder of met metaalschilfers, alsmede stempelfoliën (posten 32.07 tot en met 32.10, 32.12, 32.13 en 32.15);

 

b. ferrocerium en andere vonkende legeringen (post 36.06);

 

c. hoofddeksels en delen daarvan, van metaal, bedoeld bij de posten 65.06 en 65.07;

 

d. geraamten van paraplu's en andere artikelen bedoeld bij post 66.03;

 

e. producten bedoeld bij hoofdstuk 71 (bij voorbeeld legeringen van edele metalen, onedele metalen geplateerd met edele metalen, fancybijouterieën);

 

f. artikelen bedoeld bij afdeling XVI (machines, toestellen en elektronisch materieel);

 

g. sporen (post 86.08) en andere artikelen bedoeld bij afdeling XVII (vervoermaterieel);

 

h. instrumenten en toestellen, bedoeld bij afdeling XVIII, veren voor uurwerken daaronder begrepen;

 

ij. hagel (post 93.06) en andere artikelen bedoeld bij afdeling XIX (wapens en munitie);

 

k. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 94 (bij voorbeeld meubelen, matrassen, lichtarmaturen en verlichtingstoestellen, lichtreclames, geprefabriceerde bouwwerken);

 

l. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 95 (bij voorbeeld speelgoed, spellen, sportartikelen);

 

m. handzeven, knopen, penhouders, vulpotloden, schrijfpennen, statieven met één, twee of drie poten en dergelijke artikelen, alsmede andere artikelen bedoeld bij hoofdstuk 96 (diverse werken);

 

n. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 97 (bij voorbeeld kunstvoorwerpen).

 

2. In de nomenclatuur worden als 'delen voor algemeen gebruik' aangemerkt:

 

a. artikelen bedoeld bij de posten 7307, 7312, 7315, 7317 en 7318, alsmede dergelijke artikelen van andere onedele metalen, andere dan artikelen speciaal ontworpen om uitsluitend te worden gebruikt als implantaten in de geneeskunde, de chirurgie, de tandheelkunde of de veeartsenijkunde (post 9021);

 

b. veren en veerbladen, van onedele metalen, andere dan veren voor uurwerken (post 91.14);

 

c. artikelen bedoeld bij de posten 83.01, 83.02, 83.08 en 83.10, alsmede lijsten en spiegels van onedel metaal bedoeld bij post 83.06.

 

Waar in de hoofdstukken 73 tot en met 76 en 78 tot en met 82 (behalve in post 73.15) 'delen' worden genoemd, slaat zulks niet op 'delen voor algemeen gebruik' in bovenbedoelde zin.

 

Met inachtneming van het bepaalde bij het voorgaande lid en bij aantekening 1 op hoofdstuk 83, zijn de artikelen bedoeld bij de hoofdstukken 82 en 83 uitgezonderd van de hoofdstukken 72 tot en met 76 en 78 tot en met 81.

 

3. In de nomenclatuur worden als 'onedele metalen' aangemerkt : ijzer en staal, koper, nikkel, aluminium, lood, zink, tin, wolfraam, molybdeen, tantaal, magnesium, kobalt, bismut, cadmium, titaan, zirkonium, antimoon, mangaan, beryllium, chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thalium.

 

4. In de nomenclatuur worden als 'cermets' aangemerkt producten bevattende een microscopische, heterogene samenstelling van een metallische component en een keramische component. De term 'cermets' omvat eveneens hardmetalen (gesinterde metaalcarbiden), zijnde metaalcarbiden gesinterd met een metaal.

 

5. Regels betreffende de legeringen (andere dan ferrolegeringen en toeslaglegeringen, omschreven in de hoofdstukken 72 en 74):

 

a. legeringen van onedele metalen worden ingedeeld als legeringen van het metaal, waarvan het gewichtspercentage dat van elk der andere metalen van de legeringen overtreft;

 

b. legeringen van onedele metalen bedoeld bij afdeling XV met elementen niet bedoeld bij afdeling XV worden ingedeeld als legeringen van onedele metalen bedoeld bij afdeling XV, indien het totale gewichtspercentage van de onedele metalen gelijk is aan of groter is dan het totale gewichtspercentage van de overige elementen;

 

c. gesinterde mengsels van metaalpoeders, heterogene mengsels verkregen door samensmelten (andere dan cermets) en intermetallische verbindingen, worden eveneens als legeringen aangemerkt.

 

6. Waar in de nomenclatuur een onedel metaal met name is genoemd, slaats zulks - voorzover niet anders is bepaald - eveneens op de legeringen, die op grond van het bepaalde bij aantekening 3 hiervoor, als legeringen van dat metaal worden aangemerkt.

 

7. Regel betreffende de samengestelde artikelen:

Voorzover in de tekst van de posten niet anders is bepaald, worden werken van onedel metaal, die uit twee of meer onedele metalen samengesteld zijn, ingedeeld als werken van het metaal, waarvan het gewichtspercentage dat van elk der andere metalen overtreft. Hetzelfde geldt ten aanzien van de werken die moeten worden aangemerkt als werken van onedel metaal (daaronder begrepen de werken van gemengde materialen die worden beschouwd als werken van onedel metaal op grond van de algemene interpretatieregels) die uit twee of meer onedele metalen zijn samengesteld, ingedeeld als werken van het metaal waarvan het gewichtspercentage dat van elk van de andere metalen overtreft.

Voor de toepassing van die regel worden:

a. gietijzer, ijzer en staal als een en hetzelfde metaal aangemerkt;

b. legeringen voor hun totaalgewicht geacht te bestaan uit het metaal, waarvan zij de indeling op grond van het bepaalde bij aantekening 3 hiervoor volgen;

c. cermets bedoeld bij post 81.13 aangemerkt als een enkel onedel metaal.


8. In deze afdeling worden aangemerkt als:

a. resten en afval:

1) alle resten en afval van metaal;
2) werken van metaal die als zodanig definitief onbruikbaar zijn geworden door breuk, versnijden, slijtage of dergelijke.

b. poeder: producten die voor 90 of meer gewichtspercenten door een zeef met een maaswijdte van 1 mm gaan.

 

9. Voor de toepassing van de hoofdstukken 74 tot en met 76 en 78 tot en met 81, wordt verstaan onder:

a) staven
niet-opgerolde, massieve producten, gewalst, getrokken, geperst of gesmeed, met een over de gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede in de vorm van een cirkel, een ovaal, een rechthoek, een vierkant, een gelijkzijdige driehoek of een regelmatige convexe veelhoek (daaronder begrepen 'afgeplatte cirkels' en 'gewijzigde rechthoeken', waarvan twee tegenover elkaar liggende zijden de vorm hebben van een convexe cirkelboog en de beide andere zijden recht, parallel en van gelijke lengte zijn). Producten met een rechthoekige, vierkante, driehoekige of veelhoekige dwarsdoorsnede mogen over de gehele lengte afgeronde hoeken hebben. Bij producten met een rechthoekige dwarsdoorsnede ('gewijzigde rechthoeken' daaronder begrepen) dient de dikte een tiende van de breedte te overtreffen. Als staven worden eveneens aangemerkt gegoten of gesinterde producten met dezelfde vormen en afmetingen, die verder zijn bewerkt dan enkel grof afgebraamd, voor zover bedoelde producten daardoor niet het karakter hebben verkregen van onder andere posten in te delen artikelen of werken.

Wire-bars en billets bedoeld bij hoofdstuk 74, waarvan de uiteinden zijn aangepunt of op een andere wijze zijn bewerkt, enkel om het inbrengen in de machines waarmee zij zullen worden verwerkt tot bijvoorbeeld walsdraad of buizen te vergemakkelijken, worden evenwel als ruw koper bedoeld bij post 7403 aangemerkt. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de pro- ducten bedoeld bij hoofdstuk 81;

b) profielen
gewalste, getrokken, geperste of gesmede producten, dan wel door buigen of vouwen verkregen producten, ook indien opgerold, met een over de gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede, die niet beantwoorden aan de definities van staven, draad, platen, bladen, strippen, buizen of pijpen. Als profielen worden eveneens aangemerkt gegoten of gesinterde producten met dezelfde vormen, die verder zijn bewerkt dan enkel grof afgebraamd, voor zover bedoelde producten daardoor niet het karakter hebben verkregen van onder andere posten in te delen artikelen of werken.

c) draad
opgerolde, massieve producten, gewalst, getrokken, geperst of gesmeed, met een over de gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede in de vorm van een cirkel, een ovaal, een rechthoek, een vierkant, een gelijkzijdige driehoek of een regelmatige convexe veelhoek (daaronder begrepen 'afgeplatte cirkels' en 'gewijzigde rechthoeken', waarvan twee tegenover elkaar liggende zijden de vorm hebben van een convexe cirkelboog en de beide andere zijden recht, parallel en van gelijke lengte zijn). Producten met een rechthoekige, vierkante, driehoekige of veelhoekige dwarsdoorsnede mogen over de gehele lengte afgeronde hoeken hebben. Bij producten met een rechthoekige dwarsdoorsnede ('gewijzigde rechthoeken' daaronder begrepen) dient de dikte een tiende van de breedte te overtreffen.

d) platen, bladen en strippen
massieve, platte producten (andere dan de ruwe producten), ook indien opgerold, met een rechthoekige dwarsdoorsnede (daaronder begrepen 'gewijzigde rechthoeken', waarvan twee tegenover elkaar liggende zijden de vorm hebben van een convexe cirkelboog en de beide andere zijden recht, parallel en van gelijke lengte zijn), ook indien met afgeronde hoeken, met gelijkblijvende dikte, en die:
- vierkant of rechthoekig zijn en waarvan de dikte een tiende van de breedte niet overtreft;
- anders dan vierkant of rechthoekig zijn, ongeacht de afmetingen, voor zover zij niet het karakter hebben van elders bedoelde artikelen of werken.
Onder de posten voor platen, bladen en strippen blijven ingedeeld platen, bladen en strippen, voorzien van motieven (bijvoorbeeld groeven, ribbels, wafels, ruiten, druppels), dan wel geperforeerd, gegolfd, gepolijst of bekleed, voor zover zij door deze bewerkingen niet het karakter hebben verkregen van elders bedoelde artikelen of werken;

e) buizen en pijpen
holle producten, ook indien opgerold, waarvan de over de gehele lengte gelijke dwarsdoorsnede, met slechts één omsloten holte, de vorm heeft van een cirkel, een ovaal, een rechthoek, een vierkant, een gelijkzijdige driehoek of een regelmatige convexe veelhoek, en waarvan de wanden overal van gelijke dikte zijn. Als buizen en pijpen worden eveneens aangemerkt, producten met een dwarsdoorsnede in de vorm van een vierkant, van een rechthoek, van een gelijkzijdige driehoek of van een regelmatige convexe veelhoek die over de gehele lengte afgeronde hoeken mogen hebben, voor zover de dwarsdoorsnede aan binnen- en buitenzijde concentrisch is en dezelfde vorm en dezelfde oriëntatie heeft. De buizen en pijpen met de hiervoor vermelde dwars- doorsneden mogen zijn gepolijst, bekleed, gebogen, van schroefdraad voorzien, uitgeboord, van gaten voorzien, vernauwd of verwijd, taps toelopend gemaakt of van flenzen, kragen of ringen voorzien.