Jurisprudentie

  • Op 22 juni 2023 heeft het Hof van Justitie in zaaknr. C‑268/22 betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing aangaande de geldigheid van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Vitol SA en de Belgische Staat over de terugbetaling aan deze vennootschap van betaalde antidumpingrechten op de invoer van biodiesel uit Argentinië. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië, ongeldig is omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie.

  • Op 22 juni 2023 heeft het Hof van Justitie in de zaak C‑24/22 betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Noord-Holland, geoordeeld over de geldigheid van de uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1229/2013 en nr. 350/2014 van de Commissie tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen PR Pet BV en de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Eindhoven, over de GN-tariefindeling van uit een constructie bestaande artikelen, bestemd voor katten, ‘kattenkrabpalen’ genaamd. Het Hof heeft daarbij geoordeeld dat een artikel dat bestaat uit een constructie die naargelang het geval bedekt is met verschillende stoffen en bestemd is om aan katten een eigen plaats te geven en om onder meer erop te zitten, te liggen of te spelen en er met hun klauwen aan te krabben, ‘kattenkrabpaal’ genaamd, niet onder post 94.03 van deze nomenclatuur valt. Een dergelijk artikel moet worden ingedeeld onder de post van die nomenclatuur die overeenkomt met het materiaal dat voor het bedekken van de goederen het meest wordt gebruikt, hetgeen de verwijzende rechter dient te bepalen. Indien deze materialen in gelijke verhoudingen aanwezig zijn, moet dit artikel worden ingedeeld onder de post die van de in aanmerking komende posten in volgorde van nummering het laatst is geplaatst. Het Hof volgt dat ‘meubelen’ bedoeld zijn voor mensen en stelt dat producten die onder post 94.03 van de GN vallen, als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat zij bestemd zijn om kantoren, keukens, slaapkamers, zit- en eetkamers of winkels te meubileren. Dergelijke plaatsen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij bestemd zijn om door mensen te worden gebruikt. Over de geldigheid van uitvoeringsverordeningen nr. 1229/2013 en nr. 350/2014 hoeft het Hof geen uitspraak te doen.

  • Op 15 juni 2023 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen in de zaak C‑292/22 naar aanleiding van een verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de tariefposten 15.11 en 15.17 van de gecombineerde nomenclatuur. Dit verzoek was ingediend in het kader van een geding tussen de Teritorialna direktsia Mitnitsa Varna (lokale directie van de douane Varna, Bulgarije) en „Nova Targovska kompania 2004” (NTK 2004) AD over een besluit waarbij aan NTK 2004 een geldboete is opgelegd wegens douanefraude omdat deze vennootschap in april 2019 en september 2020 goederen heeft aangegeven en ingevoerd op basis van een onjuiste tariefindeling. Volgens het Hof moet een bereiding voor menselijke consumptie van palmolie die niet onder post 15.16 valt en die een andere bewerking dan raffinage heeft ondergaan, onder post 15.17 worden ingedeeld, waarbij de vraag of deze bereiding als gevolg van die bewerking chemisch is gewijzigd, niet ter zake doet.

  • Met betrekking tot de indeling van camerasystemen in de Gecombineerde Nomenclatuur heeft de Rechtbank Noord-Holland in zaaknummer  HAA 20/5188 op 26 mei 2023 geoordeeld dat een camerasysteem dat bestaat uit aansluitkabels, bevestigingsmateriaal, een montagesteun, een kleuren TFT-LCD monitor (ontworpen voor achteruitsystemen voor de automotive industrie en een externe televisiecamera moet worden ingedeeld als een andere monitor.

  • Tussen partijen is in geschil of de utb terecht aan belanghebbende is uitgereikt. Meer specifiek is in geschil of het product Emerox 1144, dat bestaat uit 89% azelaïnezuur en 11% dicarbonzuren onder post 29.17 dan wel post 38.24 moet worden ingedeeld. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 28 februari 2023 de indeling in de GN van het product Emerox 1144 in de post 38.24 door de rechtbank Noord-Holland bevestigd.