Op 14 april heeft het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-288/09 en C-289/09
(respectievelijk British Sky Broadcasting Group plc en Pace plc) arrest gewezen
betreffende verzoeken om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de
onderverdelingen 8521 90 00 en 8528 71 13 van de gecombineerde nomenclatuur. Daarbij
is tevens antwoord geboden op de vraag of de nationale douaneautoriteiten krachtens
artikel 12, lid 5, sub a, van het douanewetboek gehouden zijn tot het verstrekken van
een bindende tariefinlichting overeenkomstig de GN-toelichtingen, tenzij en totdat
deze toelichtingen onverenigbaar met de bewoordingen van de relevante GN-bepalingen,
waaronder de algemene regels voor de interpretatie van de GN, zijn verklaard. Of
kunnen de nationale douaneautoriteiten een eigen standpunt innemen en de toelichting
buiten toepassing laten indien zij een dergelijke onverenigbaarheid aanwezig achten.
Voorts werd het Hof verzocht te oordelen of een set-top box met de specificaties van
de Sky+ box bij indeling onder post 8521 buiten de werkingssfeer van het relevante
deel van de ITA zou vallen.
Het Hof heeft daarover geoordeeld dat set-top boxen met een communicatiefunctie en
uitgerust met een geheugeneenheid met harde schijf als de Sky+ box, model DRX 280,
ondanks de toelichtingen van de gecombineerde nomenclatuur onder onderverdeling 8528
71 13 vallen. Volgens het Hof blijkt de consument zich hoofdzakelijk voor toegang tot
de aangeboden televisieprogramma’s bij een aanbieder als Sky te abonneren, waartoe
hij zich een set-top box als de Sky+ box moet aanschaffen. De extra mogelijkheid van
dit model tot opname van de ontvangen televisieprogramma’s is slechts een erdoor
geboden bijkomende dienst.
Voorts heeft het Hof geoordeeld dat artikel 12, lid 5, sub a, van het communautair
douanewetboek en artikel 12, leden 1 en 2, sub a, derde streepje, van de
toepassingsverordening aldus moeten worden uitgelegd dat de douaneautoriteiten
gehouden zijn bindende tariefinlichtingen in overeenstemming met de toelichtingen van
de gecombineerde nomenclatuur te verstrekken. Bij onenigheid tussen deze autoriteiten
en de marktdeelnemers over de verenigbaarheid van deze toelichtingen met de
gecombineerde nomenclatuur en de indeling van de goederen kunnen marktdeelnemers bij
de bevoegde instantie beroep krachtens artikel 243 van verordening nr. 2913/92
instellen. De rechter beslist over de indeling van het product desnoods na het Hof
een prejudiciële vraag te hebben gesteld. Voorts kan een lidstaat, waarvan deze
autoriteiten afhangen, het in artikel 247 van verordening nr. 2913/92 bedoelde comité
raadplegen volgens de procedure van artikel 8 van verordening nr. 2658/87.
Tot slot heeft het Hof gesteld dat een bindende tariefinlichting, die wegens de
inwerkingtreding van een verordening tot wijziging van verordening nr. 2658/87, niet
langer strookte met de gecombineerde nomenclatuur, haar geldigheid verliest op
tariefgebied na deze inwerkingtreding. Artikel 12, lid 6, van de
toepassingsverordening moet aldus worden opgevat dat, wanneer krachtens artikel 12
van verordening nr. 2658/87, een verordening tot wijziging van de gecombineerde
nomenclatuur wordt vastgesteld zonder vaststelling van een termijn waarin de
verkrijger van een bindende tariefinlichting die haar geldigheid verliest, zich er
alsnog op kan blijven beroepen, deze verkrijger zich niet meer op deze bindende
tariefinlichting kan beroepen.