In haar arrest van 16 december 2010 heeft het Hof van Justitie in de zaak
C-339/09,een prejudiciële beslissing genomen ter zake van de indeling van een gegiste
drank op basis van verse druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van 15,8% tot
16,1% die onder de benaming ‚rode dessertwijn Kagor VK’ in flessen van 0,75 liter in
de handel worden gebracht. Tijdens de bereiding van de drank wordt niet van verse
druiven afkomstige stoffen in de vorm van maïsalcohol en bietsuiker toegevoegd. De
vraag moest worden beantwoord onder post 2204 of onder post 2206 van de GN zou moeten
worden ingedeeld.
Het Hof oordeelt dat een gegiste drank op basis van verse druiven, die een
alcoholgehalte van 15,8 % vol tot 16,1 % vol heeft, die in flessen van 0,75 liter in
de handel wordt gebracht en waaraan tijdens de bereiding ervan bietsuiker en
maïsalcohol zijn toegevoegd, onder post 2206 van de in bijlage I bij de verordening
opgenomen gecombineerde nomenclatuur moet worden ingedeeld.