Op 7 mei 2009 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen in de zaak C-150/08
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG,
ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (www.inenuitvoer.nl: 2008-1070-JUR). Met
deze vragen, die tezamen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in
wezen te vernemen of dranken op basis van gegiste alcohol, die aanvankelijk strookten
met post 2206 van de GN en waaraan in enige mate gedistilleerde alcohol, water,
suikersiroop, kleur- en smaakstoffen en – voor enkele daarvan – een roombase zijn
toegevoegd, waardoor zij de smaak, de geur en/of het uiterlijk van een uit een
bepaalde vrucht of uit een bepaald natuurproduct vervaardigde drank hebben verloren,
vallen onder post 2206 van de GN als gegiste dranken dan wel onder post 2208 van de
GN als gedistilleerde dranken. Volgens het Hof staat vast dat de objectieve kenmerken
en eigenschappen van de producten, waaronder de vorm, de kleur en de handelsnaam,
stroken met die van een gedistilleerde drank. Het Hof heeft geoordeeld dat dergelijke
dranken niet onder post 2206 van de GN vallen, maar onder post 2208 daarvan.