Jurisprudentie

  • In de zaak 06/11107 heeft de Rechtbank Haarlem op 19 november 2007 geoordeeld over
    een zending MP3-spelers die in niet-gemonteerde staat ten invoer waren aangegeven. De
    indeling van dergelijke producten diende volgens de Rechtbank te geschieden aan de
    hand van indelingsregel 2a. De rechtbank wees ter zake op het arrest van het Hof van
    Justitie van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1994, C-35/93, inzake Develop Dr.
    Eisbein GmbH &, en oordeelde voorts dat een situatie zoals aan de orde in het
    arrest van de Hoge Raad van 19 november 2004, nr. 39.100, zich hier niet had
    voorgedaan ('tentstokken arrest').

  • In de zaak AWB 06/9707 heeft de Rechtbank Haarlem op 13 november 2007 geoordeeld over
    de indeling van een MP3-speler. Volgens de Rechtbank was er geen sprake is van
    analogie met het product dat is bedoeld in Verordening (EG) nr. 1056/2006. De
    hoofdfunctie van het product was niet het weergeven van video, waarmee indeling onder
    de post 8521 was uitgesloten. De hoofdfunctie was het opnemen of weergeven van geluid
    waardoor de Rechtbank oordeelde dat indeling in post 8519.8998.90 diende te
    geschieden.

  • In de zaak C 486/06 betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend
    door het Hof van Beroep te Antwerpen (België), heeft het Europese Hof van Justitie op
    6 december 2007 geoordeeld over de tariefindeling van bepaalde voertuigen van het
    type „pick-up”. Dergelijke voertuigen moeten worden ingedeeld onder post 8703 van de
    gecombineerde nomenclatuur.

  • De Hoge Raad (uitspraak 7 december jl.) heeft aan het Hof in Luxemburg prejudiciële
    vragen voorgelegd over de uitleg van Verordening (EG) nr. 918/83 (de
    'vrijstellingsverordening') waar het betreft kleine zendingen. Goederen van per
    zending geringe waarde zijn vanuit Zwitserland verzonden naar particulieren in de
    Gemeenschap, echter in opdracht van een in de Gemeenschap gevestigde handelaar en in
    de vorm van een groupagezending met inschakeling van een douane-expediteur. Kan in
    zo'n geval nog een beroep op de vrijstelling voor kleine zendingen worden gedaan. We
    nemen de voorgelegde prejudiciële vragen over.

  • In de zaak C 372/06 heeft het Hof van Justitie EG (Vierde Kamer) prejudiciële vragen
    beantwoord over de oorsprong kleurentelevisies die in Turkije waren gemonteerd door
    de vennootschap naar Turks recht en die in het vrije verkeer werden gebracht in de
    Europese Unie. De douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk waren van mening dat
    de kleurentelevisies, gelet op de omstandigheden waarin zij in Turkije werden
    geassembleerd, in werkelijkheid, moesten worden geacht van oorsprong te zijn uit
    China en Korea, landen waarop antidumpingmaatregelen van toepassing waren.