Jurisprudentie

  • In een geschil of meubelen of de inspecteur meubelen terecht had ingedeeld onder post
    9403 80 00 90 van het GDT of dat de goederen, zoals belanghebbende voorstond,
    ingedeeld dienden te worden in post 9403 20 99 00, heeft de Rechtbank Haarlem in de
    zaak AWB 06/8245 op 4 oktober uitspraak gedaan. Volgens de rechtbank verleende het
    glas dan wel het metaal het wezenlijk karakter aan de meubels. Indeling in post 9403
    8000 90 dan wel 9403 2099 00. Indien de meubels geen kenmerkend materiaal zouden
    bezitten dat het wezenlijk karakter aan de meubels zou verlenen was de rechtbank van
    mening dat op grond van indelingsregel 3c indeling volgde in post 9403 8000 90.

  • In een geschil of de inspecteur meubelen terecht had ingedeeld onder post 9403 80 00
    90 van het GDT of dat de goederen, zoals belanghebbende voorstond, ingedeeld dienden
    te worden in post 9403 10 99 00 of 9403 20 99 00, heeft de Rechtbank Haarlem in de
    zaak AWB 06/4620 op 4 oktober uitspraak gedaan. Op verzoek van partijen heeft de
    rechtbank de behandeling van de zaak gevoegd met de behandeling van de zaak bij de
    rechtbank bekend onder nummer 06/8245 (www.inenuitvoer.nl: 2007-1658-JUR).
    Afhankelijk van het feit of het glas dan wel het metaal het wezenlijk karakter aan de
    meubels verleent, moeten de meubels worden ingedeeld in post 9403 8000 90 dan wel
    9403 2099 00. Indien de meubels geen kenmerkend materiaal bezitten dat het wezenlijk
    karakter aan de meubels verleent dan indeling op grond van indelingsregel 3c in post
    9403 8000 90.

  • Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat belanghebbende geen
    belasting op aangifte heeft voldaan (i.c. de verbruiksbelasting van alcoholvrije
    dranken) volstrekt onvoldoende is om te onderbouwen dat sprake is van grove schuld.
    (uitspraak 25 september 2007).

  • In de zaak 06/173DK heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam op 3 juli 2007
    in hoger beroep geoordeeld dat er voor een verhoging van de transactieprijs met een
    bedrag aan royalties op grond van artikel 32 , eerste lid, aanhef en onderdeel c, van
    het Communautair Douanewetboek in deze zaak geen plaats was. De Douanekamer kwam tot
    dit oordeel op basis van de bepalingen van artikel 159, aanhef en eerste streepje van
    de Toepassingsverordening van het Communautair Douanewetboek en, onder meer, artikel
    25, onderdeel b, van de Licentieoverenkomst omdat uit deze overeenkomst - in alle
    redelijkheid uitgelegd- niet volgde dat de licentiehouder niet vrij zou zijn de
    goederen van andere leveranciers te betrekken.

  • Het Hof van Justitie heeft naar aanleiding van de indeling in de gecombineerde
    nomenclatuur van videocamera-opnametoestellen (camcorders) verzoeken ontvangen om een
    prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de postonderverdelingen 8525 40
    91 en 8525 40 99 van de gecombineerde nomenclatuur. De verwijzende rechterlijke
    instantie wenste te vernemen of voor de indeling van camcorders in aanmerking kon of
    moest worden genomen dat de dv in-functie kon worden geactiveerd, indien deze
    activering op de dag van de inklaring niet had plaatsgevonden, maar achteraf door
    manipulatie of door toevoeging van software kon plaatsvinden. Het Hof heeft daarbij
    in de zaken C 208/06 en C 209/06 op 27 september 2007 geoordeeld dat het aan de
    nationale rechter was om te beoordelen hoe ingewikkeld de ingrepen zouden zijn die
    moeten worden verricht om de dv-in-functie te activeren, en om te verifiëren of de
    camcorders in de hoofdgedingen op analoge en even autonome wijze functioneren als die
    welke met dv-in-functie worden aangeboden. In het geval dat de verwijzende rechter
    tot het oordeel zou komen dat de dv-in-functie gemakkelijk kan worden geactiveerd
    door een gebruiker die niet over bijzondere bekwaamheden beschikt en zonder dat de
    camcorder daarbij materiële wijzigingen ondergaan, en vaststelt dat deze als een
    camcorder met dv in-functie en op autonome wijze functioneert, dient de camcorder
    onder postonderverdeling 8525 40 99 te worden ingedeeld. Indien deze voorwaarden niet
    vervuld zijn, moeten deze camcorders onder postonderverdeling 8525 40 91 worden
    ingedeeld.