1. Nieuws
  2. Jurisprudentie

Jurisprudentie

  • UTB’s terecht uitgereikt op basis van onjuiste certificaten van oorsprong

    31 juli 2007
    Jurisprudentie

    In 2003 en 2004 heeft eiseres achttien aangiften ten invoer in het vrije verkeer
    gedaan voor schoeisel van oorsprong Bangladesh. Omdat het vermoeden bestond dat
    schoeisel met valse oorsprongsbescheiden in de Europese Unie werd ingevoerd zijn de
    bij deze aangiften overgelegde certificaten van oorsprong ter controle toegezonden
    aan de afdeling oorsprongszaken. De certificaatafgevende instantie in Bangladesh
    heeft verklaard dat de certificaten van oorsprong niet door deze instantie waren
    afgegeven en daarom moeten worden behandeld als 'valselijk' opgemaakte documenten
    ('forged documents'). In het geschil of de UTB’s (uitnodigingen tot betaling) terecht
    aan eiseres zijn uitgereikt heeft de Rechtbank Haarlem op 22 juni 2007 geoordeeld dat
    het beroep ongegrond diende te worden verklaard.

  • Douanekamer deelt in hoger beroep inktcartridges in onder 3215 19 00

    26 juli 2007
    Jurisprudentie

    De Douanekamer stelde in hoger beroep in de zaak 05/1340 DK op 26 juni 2007 voorop
    dat de bepaalde inktcartridges waren bestemd om te worden gebruikt in machines
    (inkjetprinter) als bedoeld bij post 8471. De inkt in de cartridge kon evenwel niet
    als deel of toebehoren van de printer worden aangemerkt. En ofschoon een
    inktcartridge als in het geding zo vervaardigd was dat de printer zonder deze
    cartridge niet werkte, was de inkt in deze cartridge van doorslaggevend belang voor
    het gebruik van het desbetreffende product. De inktcartridge werd immers niet in de
    printer geplaatst om deze te doen werken als zodanig, maar juist met het doel hem van
    inkt te voorzien. Daardoor moesten de litigieuze inktcartridges ingedeeld worden in
    postonderverdeling 3215 19 00.

  • Douanekamer deelt toner in onder post 3707 90 30

    26 juli 2007
    Jurisprudentie

    In de zaak nr. 01/90217 DK van 26 juni 2007 heeft de Douanekamer geoordeeld dat
    toner, bestemd voor gebruik in fotokopieerapparaten, waarbij de toner wordt gebruikt
    als chemisch preparaat in het fotografische proces moet worden ingedeeld.
    Belanghebbende meende dat indeling diende plaats te vinden onder post 9009, omdat de
    cartridges speciaal vervaardigd werden voor en gebezigd bij een bepaald soort
    kopieerapparaten. De bijzondere, aan het apparaat aangepaste vorm en de bijzondere
    aanwendingsmogelijkheden waren naar het oordeel van de Douanekamer echter onvoldoende
    om het product als deel of toebehoren van de betreffende fotokopieerapparaten aan te
    kunnen merken en concludeerde dat het product als 'toner' moet worden ingedeeld onder
    post 3707 90 30 van de GN.

  • Hoge Raad legt prejudiciële vragen voor ter zake van indeling bepaalde monitoren

    17 juli 2007
    Jurisprudentie

    De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan Hof van Justitie ter zake van de
    tariefindeling van bepaalde LCD-schermen (tariefposten 8471 en 8528 van de
    gecombineerde nomenclatuur).

  • Douanekamer deelt LCD-projectoren in op basis van indelingsregel 3c

    17 juli 2007
    Jurisprudentie

    In de zaak 02/4671 DK oordeelde de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam dat
    belanghebbendes beroep op Verordening (EG) 2658/87 moet worden verworpen, aangezien
    naar het oordeel van de Douanekamer de onderhavige LCD-projectoren vatbaar waren
    zowel voor indeling onder post 8471 60 90 als onder post 8528 30 05 van de GN. De
    projectoren fungeerden op het moment van de invoer als in - uitvoereenheden voor
    automatisch gegevensverwerkende machines van post 8471 en konden dan alleen digitale
    signalen ontvangen. Na de invoer echter konden zij door middel van een relatief
    eenvoudige inbouw van de connectorplaat (videoboard) eveneens geschikt worden gemaakt
    om te werken als videoprojectietoestellen, zoals die in post 8528 worden genoemd. De
    Douanekamer onderschreef de stelling van de inspecteur dat de videofunctie ten tijde
    van de invoer reeds aanwezig was in het onderhavige product, zodat geoordeeld moest
    worden dat dit reeds dan essentiële kenmerken van een videoprojectietoestel
    vertoonde. Niet was aannemelijk geworden dat één van deze beide functies slechts van
    ondergeschikt belang was en dat de andere functie het wezenlijk karakter van het
    product bepaalde. Beide functies wogen even zwaar. Indelingsregel 3c schrijft voor
    dat in de gevallen waarin goederen vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer
    posten en indeling aan de hand van indelingregels 3a en 3b niet mogelijk is, de post
    wordt toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst. Dat betekende
    in dit concrete geval post 8528 30 05 van de GN.