Het Hof van Justitie oordeelde in de zaak nr. C-250/05 van 26 oktober 2006 dat een
inktcartridge zonder geïntegreerde printkop, die is samengesteld uit een
kunststofbehuizing, schuimstof, een metaalzeef, dichtingen, een zegelfolie, een
etiket, inkt en verpakkingsmateriaal en die, zowel wat de inktcartridge als wat de
inkt betreft, enkel kan worden gebruikt in een printer met de kenmerken van de
inktjetprinters van het merk Epson Stylus Color, moet worden ingedeeld onder
postonderverdeling 3215 90 80 van de gecombineerde nomenclatuur.