Jurisprudentie

  • Belanghebbende heeft een aanvraag voor een bindende tariefinlichting gedaan voor een
    enkelwandige dikwandige gasdichte aluminium bocht voor een centrale verwarmingsketel.
    In de aanvraag is verzocht om indeling in post 8403 9090. De inspecteur heeft het
    product echter ingedeeld in post 7609 0000. De Douanekamer van het Gerechtshof
    Amsterdam heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard (Douanekamer 17
    juni 2004, nr. 01/90003 DK; zie Douanerechtspraak 2004/68 en
    ww.inenuitvoer.nl: 2004-1094-JUR). Belanghebbende komt hiertegen in cassatie. De Hoge
    Raad laat het oordeel van het hof in stand. Het oordeel geeft geen blijk van een
    onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk. De Hoge Raad verklaart het
    beroep van belanghebbende ongegrond.

  • De Douanekamer van het Hof Amsterdam oordeelde in haar uitspraak van 4 juli 2005 dat
    op een naheffingsaanslag de juiste benaming van de nageheven belasting dient te
    worden vermeld. Nu getarificeerde landbouwheffingen niet als douanerechten waren
    nageheven doch als landbouwheffingen kan de aanslag niet in stand blijven

  • Aan de orde is de heffing van accijns op producten die zowel gegiste als
    gedistilleerde alcohol bevatten. Voor het accijnstarief sluit de Wet op de accijns
    aan bij de indeling van de goederen onder de tariefposten van de gecombineerde
    nomenclatuur (GN) zoals deze ook van toepassing zijn voor het douanetarief. Het Hof
    Arnhem is van oordeel dat de herkomst van de producten, de receptuur, het procedé
    (vergisting en distillatie) en het alcoholpercentage als objectieve kenmerken van het
    product moeten worden beschouwd. Voorts is kenmerkend voor de producten dat er
    suiker, aroma’s en smaken zijn toegevoegd. Gelet op voornoemde objectieve kenmerken
    komen de producten naar het oordeel van het Hof, op basis van indelingsregel 1, in
    aanmerking voor indeling onder tariefpost 22.08 van de GN (Gerechtshof Arnhem 21
    januari 2006).

  • De Douanekamer van de Rechtbank Haarlem oordeelde dat een scharnier/automatische
    deursluiter van kunststof met metalen veer moet worden ingedeeld in post 39.25.
    Volgens de Douanekamer vormt de functie van de scharnier (kunststof) het wezenlijke
    karakter. De functie van automatische deursluiter werd door de rechtbank van
    bijkomstig belang geacht. De deursluitfunctie vormt niet de bestemming.

  • Op 9 februari 2006 heeft Hof van Justitie EG arrest gewezen in de gevoegde zaken
    C-23/04 tot en met C-25/04 (Sfakianakis AEVE tegen Elliniko Dimosio).
    De gevoegde zaken C-23/04 tot en met C-25/04 betreffen de uitlegging van de
    Europaovereenkomst EEG-Hongarije en de navordering van invoerrechten ten gevolge van
    intrekking in de staat van uitvoer van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 voor
    ingevoerde producten.