Jurisprudentie

  • De rechtbank Noord-Holland heeft op 30 oktober 2023 in zaaknummers HAA 19/3034 en HAA 19/3035 einduitspraak gedaan na intrekking van een prejudiciële vraag betreffende het ingestelde definitief antidumpingrecht op de invoer van Indonesische en Argentijnse biodiesel. Het beroep is gegrond omdat ongeldigheid van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2023 vaststaat. De uitspraak op bezwaar dient te worden vernietigd en de verzoeken om terugbetaling dienen te worden toegewezen.

  • In de zaaknummers HAA 19/952 en HAA 19/953 heeft de rechtbank Noord- Holland op 7 november 2022 (gepubliceerd op 27 oktober 2023) geoordeeld dat verweerder heeft terecht het verzoek van eiseres tot wijziging van de douaneaangiften van directe naar indirecte vertegenwoordiging afgewezen. Omdat eiseres, als degene die de goederen op eigen naam en voor eigen rekening heeft aangegeven, niet beschikte over de vereiste vergunning om de goederen onder de regeling bijzondere bestemming te plaatsen is de uitnodiging tot betaling terecht aan eiseres opgelegd. De verzoeken tot terugbetaling zijn tevens terecht afgewezen omdat de goederen niet onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst. Daardoor is het preferentiële tarief niet van toepassing.

  • In zaaknummer HAA 23/4027 heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 september 2023 geoordeeld dat zaden van de Kentiapalm niet moeten worden aangemerkt als zaden van woudbomen die vallen onder de TARIC-onderverdeling 1209991000">1209 9910 00, maar dat deze zaden als zaaigoed onder TARIC-code 1209999910">1209 9999 10 moeten worden ingedeeld.

  • Het gerechtshof Amsterdam heeft op 2 november 2021 in zaaknummer 20/00241 geoordeeld dat de voorwaarden voor kwijtschelding op de voet van artikel 239 van het CDW zijn niet vervuld. In cassatie heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2023 de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. 

  • De rechtbank Noord-Holland heeft op 5 september 2023 in de zaaknrs. HAA 21/2171, HAA 21/3325, HAA 21/3327, HAA 21/3328 en HAA 21/3330 geoordeeld over de indeling van multifunctionele apparaten (MFA's) in de Gecombineerde Nomenclatuur. Volgens de rechtbank is er onvoldoende bewijs bijeengebracht voor de stelling dat MFA's hun wezenlijke kenmerken ontlenen aan de functie automatisch gegevensverwerking. MFA's zijn in de periode 2004-2006 door de douane terecht ingedeeld onder GN-onderverdeling 9009 12 00 (post 90.09 werd overigens geschrapt in 2007 bij de GS herziening van dat jaar).