Verbruiksbelastingen

  • Staatssecretaris van Financiën Weekers heeft mede namens de staatssecretaris voor
    Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Kamervragen van de Tweede Kamerleden Van der
    Werf en Omtzigt (CDA) beantwoord over de gevolgen van de btw-verhoging op kunst en de
    verhoogde zekerheidstelling. Hij deelt mede dat de borgstelling voor invoerrechten
    niet is verhoogd. Wel is de btw op kunstvoorwerpen en voorwerpen voor verzamelingen
    en antiquiteiten, alsmede de invoer daarvan, sinds dit jaar onder het algemene
    btw-tarief van 19% gebracht. De toepassing van het algemene btw-tarief op deze
    goederen leidt tot een verhoogde zekerheidstelling. Vanwege de hoge
    beveiligingsmaatregelen tijdens de Maastrichtse TEFAF en het als gevolg daarvan
    geringere fiscale risico, kan in ieder geval voor dit jaar genoegen worden genomen
    met een zekerheid die qua hoogte vergelijkbaar is met de jaren voor 2011. De Douane
    is in het kader van de dienstverlening aanwezig voor, tijdens en na deze kunstbeurs
    en is volgens de staatssecretaris graag bereid om met de beursorganisatie en de
    betrokken expediteurs in overleg te treden over een oplossing voor de garantstelling.
    De antwoorden op de kamervragen treft u hieronder aan.

  • Het Hof van Justitie te Luxemburg heeft op 3 maart 2011 geconcludeerd dat Nederland
    ten onrechte een verlaagd btw-tarief toepast op alle leveringen, invoer en
    intracommunautaire verwervingen van paarden. Volgens het Hof van Justitie kan
    uitsluitend de levering van een paard met het oog op slachting voor gebruik bij de
    bereiding van levensmiddelen worden onderworpen aan een verlaagd btw-tarief. Eerder
    had de Europese Commissie Nederland erop gewezen dat de Nederlandse btw-wetgeving op
    dit punt strijdig was met de Zesde Btw-richtlijn (thans Btw-richtlijn 2006).

  • Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft bij de Eurocommissaris Algirdas Semeta –
    in Brussel verantwoordelijk voor Belastingen en Douane-unie, Audit en
    Fraudebestrijding – aangedrongen op actie om de procedure voor btw-teruggaaf aan
    Nederlandse ondernemers sneller te laten verlopen. Weekers deed deze oproep tijdens
    een werkbezoek van de Eurocommissaris aan de Douane en de Rotterdamse haven op
    donderdag 27 januari 2011. 'De Europese regels worden door de landen verschillend
    geïnterpreteerd. Hierdoor wachten Nederlandse ondernemers te lang op de btw-teruggave
    in deze economisch lastige periode', aldus staatssecretaris Weekers.

  • Op 17 en 18 januari 2011 vinden de Eurogroep en Ecofin Raad plaats in Brussel. Voor
    de Ecofin Raad staat onder meer geagendeerd het voorstel voor een verordening van de
    Raad houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG
    betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
    (herschikking). Het gaat hierbij om een vernieuwde en herschikte versie van de
    Uitvoeringsverordening btw uit 2005. Hierin zijn met name ook bepalingen opgenomen
    over de interpretatie van een aantal recente wijzigingen in Btw-richtlijn 2006/112/EG
    wat betreft de plaats van heffing over door ondernemers verrichte diensten.

  • Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft naar aanleiding van de 7e halfjaarsrapportage
    van de Belastingdienst vragen gesteld over de ict-problemen en vertragingen bij de
    teruggave van btw die ondernemers in het buitenland hebben betaald. Naar de mening
    van Omtzigt was het te voorzien dat het zonder te testen koppelen van
    computersystemen van 27 lidstaten voor problemen zou zorgen. Volgens de
    halfjaarsrapportage van de Belastingdienst zijn tienduizenden btw-teruggaafverzoeken
    van Nederlandse en buitenlandse ondernemers die waren blijven liggen inmiddels
    verwerkt of in verwerking. Voorts wordt in de rapportage vermeld dat ondernemers die
    financieel in de problemen komen door het uitblijven van een teruggaaf, met de
    Belastingdienst afspraken kunnen maken over uitstel van betaling van
    belastingschulden. Ook zal coulancerente worden betaald aan Nederlandse ondernemers
    waarvan het teruggaafverzoek in 2010 later is doorgestuurd dan verwacht mocht worden.
    Het CDA wil onder meer weten hoeveel coulancerente is betaald en welke lidstaten
    vergelijkbare problemen hebben met de teruggaaf van buitenlandse btw. Overeenkomstig
    het verzoek van Omtzigt zijn de kamervragen beantwoord voorafgaand aan het Algemeen
    Overleg Belastingdienst op 13 januari 2011. De antwoorden van de staatsecretaris van
    Financiën op de kamervragen treft u hieronder aan.