Nieuws

  • Met ingang van 1 april 2006 is de Gecombineerde Nomenclatuur gewijzigd. Met die
    wijziging is een rechtenvrije behandeling van geïntegreerde multichipschakelingen
    (MCP’s) bewerkstelligd. Naar aanleiding daarvan heeft het Ministerie van Financiën
    een besluit gepubliceerd.

  • Verordening (EG) nr. 2193/2003 aangaande de instelling van een aanvullend douanerecht
    voor de invoer van bepaalde producten uit de Verenigde Staten is bij Verordening (EG)
    nr. 171/2005 verlengd. Deze laatste verordening is gerectificeerd.

  • In de Staatscourant van 2 mei 2006, nr. 85, is bekendgemaakt het besluit van
    de Staatssecretaris van Financiën van 21 april 2006, nr. CPP2006/915M, tot intrekking
    van het besluit van 8 juli 2005, nr. CPP2005/1372M, ter zake van de indeling van
    bepaalde LCD-monitoren. De intrekking is spoedshalve reeds medegedeeld bij het
    telefaxbericht van 9 februari 2006, nr. BCPP2006/389M (zie www.inenuitvoer.nl:
    2006-0437-ADT; In- en uitvoernieuws 2006, punt 163). Het besluit van de
    Staatssecretaris van Financiën van 21 april 2006, nr. CPP2006/915M, werkt terug tot
    en met 18 januari 2006.

  • In PbEU C 106 van 5 mei 2006 is een wijziging bekendgemaakt van de Toelichting
    EG op de posten 85.28 en 85.29 en op hoofdstuk 90. De wijzigingen betreffen de
    indeling van bepaalde videobewakingssystemen en statieven voor camera's. Een bindende
    tariefinlichting (BTI) die niet langer verenigbaar is met de interpretatie van de
    douanenomenclatuur zoals deze voortvloeit uit vorenbedoelde toelichting is met ingang
    van 5 mei 2006 niet meer geldig.

  • De verlichtingstoestellen bedoeld in post 94.05 hebben alle gemeen dat de
    aanwezigheid van een lichtbron wezenlijk is. Derhalve dient een artikel te zijn
    ontworpen om een lichtbron op een vaste plaats te houden om als een
    verlichtingstoestel in de zin van deze post te kunnen worden aangemerkt. Voor de
    niet-elektrische verlichtingstoestellen, bijvoorbeeld kandelabers, kandelaars,
    kaarshouders en dergelijke, kan zo’n vaste plaats een uitsparing waarin een kaars kan
    worden geplaatst, of een stalen pin waarop een kaars kan worden gestoken, zijn. De
    onderhavige artikelen hebben niet een uitsparing of dergelijke voorziening om een
    kaars op een vaste plaats te kunnen houden; zij kunnen daarom niet als een
    verlichtingstoestel in de zin van post 94.05 worden aangemerkt. Het beroep van
    belanghebbende op artikel 220, tweede lid, onderdeel b, van het CDW wordt verworpen.
    Aldus de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam, 18 april 2006.