Na lang wachten treden na publicatie in het Publicatieblad van de EU met
terugwerkende kracht tot 1 december 2005 de zogenaamde pan-Europees-mediterrane
oorsprongsprotocollen voor de meeste betrokken landen inwerking. Dit houdt in dat
zogenaamde diagonale cumulatie van oorsprong mogelijk wordt tussen de landen
van de EU, Zwitserland, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Turkije, Algerije,
Marokko, Tunesië, Egypte, Syrië, Jordanië, Libanon, Israël, de Westelijke
Jordaanoever en de Gazastrook. Het is echter niet zo dat in alle gevallen het gebruik
van het systeem ook toepasbaar is. Als nevenvoorwaarde geldt dat de landen die van
deze vorm van cumulatie van de oorsprong gebruik kunnen maken ook onderling akkoorden
moeten hebben gesloten en dezelfde oorsprongsregels toepassen. Dit is echter nog lang
niet overal het geval. De Europese Commissie zal regelmatig in het
Publicatieblad van de EU, C-serie, bekendmaken tussen welke landen onderlinge
akkoorden zijn afgesloten.