Preferentiële regelingen

  • In geschil voor Rechtbank Noord-Holland in de zaaknr. AWB-13_3431 is of de UTB wegens
    strijd met artikel 869, sub a, van de Toepassingsverordening communautair
    douanewetboek (hierna: TCDW) dient te worden vernietigd. De rechtbank komt, evenals
    verweerder, tot de conclusie dat de douane-expediteur een fout of een vergissing
    heeft gemaakt door de goederen in strijd met de uitdrukkelijke instructie van eiseres
    vóór 1 januari 2012 in te klaren. De gevolgen van deze fout of vergissing dienen op
    grond van hetgeen hierna wordt overwogen voor rekening van eiseres te blijven. De
    rechtbank is van oordeel dat artikel 869, sub a, van de TCDW, dat dient te worden
    beschouwd als een bepaling die in een specifieke situatie gewekt vertrouwen beoogt te
    beschermen, toepassing mist ingeval de marktdeelnemer die daarop een beroep doet,
    wist dat het tariefcontingent al was uitgeput. Of de uitputting van het
    tariefcontingent was bekendgemaakt is gelet op dit oordeel niet van belang. De
    rechtbank het beroep ongegrond.

  • Bij PbEU L 140 van 14 mei 2014 is Besluit 2014/257/EU van 14 maart 2014 van de Raad
    gepubliceerd dat ziet op de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten,
    en de voorlopige toepassing van het Aanvullend Protocol bij de
    Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de
    Republiek Korea, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot
    de Europese Unie.

  • Ingevolge de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie is bij Besluit nr
    2014/266/EU van de Raad van 6 mei 2014 (PbEU L 138) het namens de Europese Unie in te
    nemen standpunt gepubliceerd inzake de aanpassing van Protocol 3 bij de overeenkomst
    met Zwitserland (definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden
    van administratieve samenwerking).

  • Met een bericht van 21 mei 2010 gericht aan importeurs heeft de Commissie
    EU-bedrijven er op gewezen dat er bij het in het vrije verkeer brengen van tonijn uit
    Colombia en El Salvador sprake kon zijn van fraude die de financiële belangen van de
    EU schaadde. Met een bericht aan importeurs (2014/C 143/06, PbEU C 143 van 13 mei
    2014) is bekendgemaakt dat dit bericht wordt ingetrokken omdat is gebleken dat er een
    aantal maatregelen zijn genomen om deze situatie te verhelpen.

  • Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 303/2014 (PbEU L 90 van 26 maart 2014) zijn de
    bij Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad tot vaststelling van aanvullende
    douanerechten op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde
    Staten van Amerika gewijzigd. Zij is van toepassing vanaf 1 mei 2014.