Jurisprudentie

  • Goederen die onder extern douanevervoer zijn geplaatst blijken bij het afbreken van
    de lading niet allemaal aanwezig; belanghebbende moet aantonen dat ze dan ook niet
    onder de regeling zijn geplaatst. De opgelegde boete is volgens de Douanekamer
    onterecht gezien de werkomstandigheden op Schiphol.

  • Het Finanzgericht Düsseldorf heeft op 13 oktober 2004 in het geding tussen Possehl
    Erzkontor GmbH en Hauptzollamt Duisburg, het Hof van Justitie van de Europese
    Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag (zaak
    C-445/04):

  • Een product in de vorm van niet-gebakken gedroogde vellen, verkregen uit rijstmeel,
    water en zout, moet worden ingedeeld onder post 1905 9020. Nu zowel belanghebbende
    als de douane zich voor wat betreft de tariefindeling van dit soort producten lange
    tijd heeft vergist, moet navordering achterwege blijven. Aldus de Douanekamer.

  • De Douanekamer komt tot het oordeel dat de 691 kartons sigaretten wederrechtelijk uit
    de vrachtwagen zijn gelost nadat de douaneverzegeling was verbroken. Dit heeft tot
    gevolg gehad dat de douane de toegang tot en de controle op de sigaretten is
    verloren. Dit brengt met zich dat de sigaretten in Nederland aan het douanetoezicht
    zijn onttrokken in de zin van art. 203, eerste lid, CDW. Het verbreken van de
    satellietverbinding met de vrachtwagen kan niet als een onttrekking als bedoeld in
    voormeld arrest van het Hof van Justitie worden aangemerkt.

  • De overkapping van polyester van 3 m x 3 m, zonder zijwanden die wordt gespannen over
    een uit een buizenframe bestaand 'geraamte' op vier poten, moet naar het oordeel van
    de Douanekamer worden aangemerkt als een tuinparasol of een dergelijk artikel als
    bedoeld in post 66.01.