Verbruiksbelastingen

  • De Belastingdienst heeft op de website van de Kennisgroepen van de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd over het toepasselijke btw-tarief op de levering van een bh met masserende werking. Naar het oordeel van de Belastingdienst valt de levering van een dergelijke bh voor de vermindering van klachten van lymfoedeem niet onder het verlaagde tarief van post a-8 of a-35 van Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968. De toelichting op de website van de Kennisgroepen van de Belastingdienst treft u onderstaand aan.

  • Mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben staatssecretaris Van Rij van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) en staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid Welzijn en Sport, de beantwoording aangeboden van diverse schriftelijke vragen over het btw-nultarief op leveringen van groente en fruit. De vragen zijn gesteld door de vaste commissie van Financiën, de leden Van Haga (Groep Van Haga), Grinwis (ChristenUnie) en De Jong (D66), Van Dijk (CDA) en Van Esch (PvdD). In de antwoorden wordt onder meer aangegeven dat er nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden over het al dan niet invoeren van een btw-nultarief op groente en fruit en/of alternatieve gezondheidsmaatregelen. Besluitvorming hierover, en over de bekostiging, is aan een volgend kabinet. Voorts wordt opgemerkt dat de Belastingdienst ICT-technisch in staat is om het btw-nultarief in te voeren, maar dat gelet op het feit dat afbakeningen juridisch onhoudbaar zijn een invoering per 1 januari 2024 niet verstandig zou zijn (zowel voor de handhaving als voor het bedrijfsleven). De integrale beantwoording van de diverse vragen treft u onderstaand aan.

  • Recent heeft de Hoge Raad geoordeeld dat farmaceutische producten die als medische hulpmiddelen worden verhandeld, niet vallen onder het verlaagde btw-tarief voor (geregistreerde) geneesmiddelen. Naar het oordeel van de Hoger Raad moet worden aangenomen dat geregistreerde geneesmiddelen zozeer verschillen van medische hulpmiddelen, dat het onderscheid tussen deze twee categorieën aanmerkelijke invloed zal hebben op de keuze van de gemiddelde consument. Zodoende kan niet worden gezegd dat genoemde farmaceutische producten voor de btw-heffing uitwisselbaar zijn met geregistreerde geneesmiddelen, ook niet indien deze zonder recept verkrijgbaar zijn. Dat maakt dat geen sprake is van een inbreuk op het fiscale neutraliteitsbeginsel. De tekst van het nieuwsbericht op de website van de Hoge Raad treft u onderstaand aan.

  • Op Prinsjesdag is het zogenoemde pakket Belastingplan 2024 ingediend bij de Tweede Kamer. Om de behandeling van het pakket in het parlement zo goed mogelijk te ondersteunen is ervoor gekozen om de (fiscale) maatregelen over 15 wetsvoorstellen te verdelen. Het pakket is door deze keuze omvangrijker, in aantal wetten gemeten, dan andere jaren, maar biedt naar het oordeel van het kabinet op deze manier meer flexibiliteit voor de behandeling in de Kamer. In het wetsvoorstel

    Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024) wordt voorgesteld om het verlaagde btw-tarief op de leveringen van bepaalde agrarische goederen per 1 januari 2025 af te schaffen. Gelijktijdig met dit voorstel zal in een nota van wijziging op het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024 de codificatie van bestaand uitvoeringsbeleid met betrekking tot het verlaagde btw-tarief voor de opfok van dieren en het opkweken van planten, ongedaan worden gemaakt. De voorgestelde wettekst, de memorie van toelichting en de artikelsgewijze toelichting treft u hieronder aan.

  • Staatssecretaris Van Rij van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer de kabinetsreactie gestuurd op de evaluatie van het verlaagde btw-tarief. Aan Dialogic & Significant Public is eerder de opdracht verstrekt om het verlaagde btw-tarief in brede zin te evalueren. Dat evaluatierapport is op 11 april 2023 aan de Kamer verzonden. De brief van de staatssecretaris bevat de kabinetsreactie op dit rapport die bij de Voorjaarsnota 2023 is aangekondigd. De belangrijkste uitkomst van de evaluatie is dat het verlaagde btw-tarief deels doeltreffend, maar in het algemeen géén doelmatig instrument is om de beoogde doelen te bereiken. Naar aanleiding van deze evaluatie is onder regie van het ministerie van Financiën, in samenwerking met de andere betrokken departementen, ambtelijk zoveel mogelijk geïnventariseerd wat de impact van de verschillende in de evaluatie genoemde beleidsopties is. De brief geeft onder andere een overzicht van de huidige verlaagde btw-tarieven. Ook worden de bevindingen van de evaluatie samengevat.