Preferentiële regelingen

  • Sinds 1971 verleent de Unie ontwikkelingslanden handelspreferenties in het kader van
    het stelsel van algemene preferenties („APS/SAP”). Het APS is uitgevoerd door middel
    van opeenvolgende verordeningen betreffende de toepassing van een schema van algemene
    tariefpreferenties („het schema”) met een geldigheidsduur van gewoonlijk telkens drie
    jaar. Het huidige schema is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 732/2008
    (www.inenuitvoer.nl: 2008-1281-PRR) en is van toepassing tot en met 31 december 2011.
    De Verordening (EU) nr. 512/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei
    2011 (PbEU L 145 van 31 mei 2011) moet de continuïteit van toepassing van het schema
    na die datum waarborgen.

  • In PbEU L 127 van 14 mei 2011 heeft de Raad Besluit 2011/265/EU van 16 september 2010
    gepubliceerd betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige
    toepassing van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten,
    enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (IUN (2011-2969)). Het is echter nodig
    gevonden procedures vast te stellen voor de toepassing van een aantal
    vrijwaringsbepalingen in de overeenkomst. De begrippen 'ernstige schade', 'dreiging
    van ernstige schade' en 'overgangsperiode', als bedoeld in de overeenkomst, moesten
    worden gedefinieerd. Daartoe is in PbEU L 145 de Verordening (EU) nr. 511/2011 van
    het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 gepubliceerd. Deze verordening
    dient tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule in de
    vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de
    Republiek Korea, anderzijds.

  • Bij Besluit nr. 1/2011 van de Associatieraad EU-Marokko van 30 maart 2011 (Besluit
    2011/293/EU, PbEU L 141) zijn wijzigingen van bijlage II (de lijst van
    oorsprongverlenende be- en verwerkingen) bij Protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane
    Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het
    Koninkrijk Marokko, anderzijds gepubliceerd.

  • In PbEU C 156 van 26 mei 2011 heeft de Commissie onder nr. 2011/C 156/03
    mededeling gedaan over de toepassingsdatum van de protocollen inzake de oorsprong van
    producten die voorzien in een diagonale cumulatie tussen de Gemeenschap, Algerije,
    Egypte, de Faeröer, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Noorwegen, Syrië, Tunesië,
    Turkije, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, IJsland en Zwitserland (met
    inbegrip van Liechtenstein).

  • Bij Besluit nr. 2011/307/EU van 13 mei 2011 heeft de Raad in PbEU L 138 de sluiting
    van een Overeenkomst in de vorm van een Protocol gepubliceerd tussen de Europese Unie
    en de Arabische Republiek Egypte tot vaststelling van een regeling inzake de
    beslechting van geschillen in verband met de handelsbepalingen van de
    Euro-mediterrane Overeenkomst.