Algemeen douanerecht

  • De Europese Commissie heeft in PbEU C 42 van 18 februari 2004 mededeling
    gedaan van de internationale tariefmaatregelen die het Comité Geharmoniseerd Systeem
    bij de Wereld Douane Organisatie heeft vastgesteld tijdens zijn 31e zitting in mei
    2003. De maatregelen omvatten

  • De Europese Commissie heeft in PbEU C 33 van 6 februari 2004 een kennisgeving
    gepubliceerd aan de importeurs van suiker in de Gemeenschap uit Servië en Montenegro.
    Deze kennisgeving volgt op eerdere waarschuwingen in PbEU C 177 van 26 juli
    2003 aan de importeurs van suiker in de Gemeenschap uit Servië en Montenegro en
    PbEG C 152 van 26 juni 2002, aan de importeurs van suiker in de Gemeenschap
    uit de westelijke Balkan (zie in dit verband In- en uitvoernieuws 2003, punt
    614, respectievelijk In- en uitvoernieuws 2002, punten 555 en 601). De
    tekortkomingen van het certificatie- en controlesysteem van Servië en Montenegro zijn
    nog steeds niet verholpen. De Commissie deelt mee dat zij kan besluiten de
    opschorting van de preferentiële regelingen voor suiker van GN-codes 1701 en 1702
    ingevoerd uit Servië en Montenegro te verlengen na het verstrijken van de maatregel
    op 7 februari 2004.

  • Onlangs is een wijziging van het Communautair douanewetboek gepubliceerd. Een link
    naar het desbetreffende Publicatieblad (PbEG L 343) was reeds op
    www.inenuitvoer.nl opgenomen onder referentienummer 2004-0007-ADR. De wijzigingen van
    de toepassingsverordening hebben betrekking op het terrein van de bindende
    tariefinlichtingen en de grensoverschrijdende vergunningen. De wijziging krijgt
    echter zijn grote omvang doordat van de verschillende formulieren van het Enig
    document een herdruk is opgenomen. Inmiddels heeft de Staatssecretaris van Financiën
    een faxbericht over deze wijziging bekendgemaakt onder nummer WD2004–8 van 9 januari
    2004. Deze mededeling is - voorzover van belang - hierna opgenomen.

  • Zuid-Afrika komt in aanmerking voor tariefpreferentile behandeling binnen het
    Algemeen Preferentieel Systeem (APS). De preferentiële oorsprong van de goederen uit
    Zuid-Afrika in het kader van het APS moet worden aangetoond met een certificaat van
    oorsprong Form A. Dit certificaat wordt aanvaard als het is afgegeven door de
    bevoegde instantie en de goederen voldoen aan de gestelde oorsprongseisen.

  • De Europese Commissie is op 18 december 2003 een breed opgezette discussie gestart
    over de oorsprongsregels die van toepassing zijn in de preferentiële
    handelsregelingen met de publicatie van een consultatiedocument over dit onderwerp,
    het 'Groenboek'. Preferentiële handelsregelingen hebben ten doel een toename van de
    wederzijdse handel in goederen en toegang tot de Gemeenschapsmarkt voor producten uit
    ontwikkelingslanden door het wegnemen of verlagen van de douanerechten. Zij hebben
    alleen zin wanneer de tariefpreferenties worden toegepast op producten die
    daadwerkelijk zijn verkregen in het land waaraan de preferentie wordt verleend; deze
    staan bekend als 'oorsprongsgoederen'. Het Groenboek dat de Commissie onlangs heeft
    aangenomen, maakt duidelijk hoe de context en de doelstellingen van de regelingen
    zijn gewijzigd en welk effect dit heeft gehad op de definitie van de
    oorsprongsregels. Actie is noodzakelijk op drie terreinen: het vaststellen van de
    oorsprong van een product, het controleren dat de oorsprongsregels eerlijk zijn
    toegepast en het vaststellen van procedures om een evenwicht in de
    verantwoordelijkheden te verzekeren tussen handelaren die baat hebben bij de
    preferentiële regelingen en de overheidsautoriteiten. In PbEU C 5 van 9
    januari 2004 verzoekt de Commissie belanghebbenden om op- en aanmerkingen over haar
    analyse en de voorgestelde oplossingen, of om voorstellen voor andere oplossingen,
    voor 1 maart 2004 (zie hierover de Mededeling aan het slot van dit artikel).