Jurisprudentie

  • Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat de inspecteur, die van de
    aangifte wenst af te wijken, bewijs bijbrengt van de juistheid van zijn stelling. Dat
    is in het onderhavige geval van grote betekenis nu alle voertuigen, op één na, ten
    tijde van het in het vrije verkeer brengen door de douane fysiek zijn opgenomen en de
    aangiften vervolgens zijn geaccepteerd. De Douanekamer is van oordeel dat de
    inspecteur met hetgeen hij heeft gesteld niet aannemelijk heeft gemaakt dat de auto's
    ten onrechte voor het vrije verkeer zijn aangegeven als voertuigen die hoofdzakelijk
    zijn ontworpen voor personenvervoer.

  • De douanewaarde is het totale bedrag dat door de koper aan de verkoper is of moet
    worden gedaan. Tot die betalingen behoren ook de nabetalingen. Aldus Hof Amsterdam.

  • De goederen ontlenen hun wezenlijke karakter aan de magneten en moeten onder post
    85.05 worden ingedeeld. Aldus Hof Amsterdam.

  • Belanghebbendes beroep op Verordening (EG) nr. 2458/95 en op Verordening (EG) 2795/99
    wordt verworpen, aangezien naar het oordeel van de Douanekamer de onderhavige hoes
    onvoldoende overeenstemt met de in de bijlagen bij die verordeningen omschreven
    (stoel)bekledingen.

    Bij Verordening (EG) nr. 2485/95 van de Commissie van 19 oktober 1995, PbEG
    1995, nr. L 253, zijn onder GN-code 9401 9080 ingedeeld 'bekledingen, bestemd om
    blijvend te worden bevestigd op voor- en achterstoelen van automobielen (…); bij
    Verordening (EG) nr. 2795/1999 van de Commissie van 29 december 1999, PbEG
    1999, nr. L 337, zijn onder GN-code 9401 9080 ingedeeld: 'stoelbekledingen van
    katoen, bestemd om blijvend te worden bevestigd op het zitvlak of de rugleuning van
    opgevulde zitmeubelen. De stoelbekledingen worden gebruikt in combinatie met andere
    delen van montagemeubelen. Na het samenvoegen van de delen tot meubelen, kunnen de
    bekledingen niet worden verwijderd zonder de meubelen te demonteren.
  • De uitnodiging tot betaling (UTB) is uitgereikt na het verstrijken van drie jaar na
    het ontstaan van de douaneschuld. De UTB moet worden vernietigd.