De rechtbank Noord-Holland heeft op 2 september 2022 in zaaknummer 21/4933 geoordeeld dat zogenoemde 'waxchips' onder de GN onderverdeling 3307 49 00 vallen als andere preparaten voor het parfumeren van vertrekken dan preparaten die bij verbranding een welriekende geur verspreiden. Dit is dezelfde post als waaronder eiseres de goederen bij haar aangiften heeft aangegeven. De rechtbank overweegt dat de waxchips bij de verspreiding van hun geur niet zelf branden, maar dat de geurverspreiding het gevolg is van verhitting in een houdertje, boven een brander. De rechtbank acht het daarom niet passend om de waxchips onder post 3307 4100 00 in te delen, omdat in die post “verbranding” met zo veel woorden in de beschrijving van het goed is genoemd. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat de waxchips moeten worden ingedeeld onder code 3307 4900 00 van de GN.
De omstandigheid dat de rechtbank tot een andere indeling komt dan verweerder in de uitspraken op bezwaar leidt niet tot gegrondverklaring van het beroep, omdat voor de posten 3307 4100 00 en 3307 4900 00 hetzelfde tarief (6,5 %) van toepassing is.