Jurisprudentie

  • Het Hof van Justitie heeft in de zaak onder nummer C‑370/08 op 20 mei 2010 geoordeeld
    dat een adapter waarmee de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende
    machine en de te programmeren eenheden tot stand wordt gebracht en het
    programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, wordt opgeslagen, als
    'eenheid' van een automatische gegevensverwerkende machine onder post 8471 van de
    gecombineerde nomenclatuur moet worden ingedeeld, voor zover de hoofdfunctie van deze
    adapter gegevensverwerking is. Bij gebreke van die functie moet een dergelijke
    adapter onder post 8473 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld als 'deel'
    of als 'toebehoren' van een machine indien hij respectievelijk onmisbaar is voor de
    werking daarvan, dan wel kan worden aangemerkt als een uitrusting waardoor deze
    machine voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of als een mechanisme dat
    deze machine geschikt maakt voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de
    hoofdfunctie ervan, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan. Voor zover deze
    adapter onder geen van beide genoemde posten kan worden ingedeeld, moet hij worden
    aangemerkt als 'apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom' en valt hij
    bijgevolg onder post 8536 van de gecombineerde nomenclatuur.

  • De Douanekamer is van oordeel dat Zollfahndungsamt Karlsruhe in zijn brief geen
    mededeling doet van vastgestelde feiten, doch slechts melding maakt van zijn
    waardering van aangetroffen documenten. Nu het Zollfahndungsamt daarbij niet heeft
    aangegeven op welke concrete bevindingen het zijn oordeel heeft gebaseerd is de
    Douanekamer, in navolging van de rechtbank, van oordeel dat aan de brief geen
    betekenis toekomt voor het bewijs dat belanghebbende wist of redelijkerwijs had
    moeten weten dat de goederen in werkelijkheid in China waren vervaardigd.

  • In de verwijzingszaak 09/00793 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 april 2010 - met
    inachtneming van de criteria die door het Hof van Justitie zijn geformuleerd in het
    arrest van 19 februari 2009, nr. C-376/07 - geoordeeld dat de in het geding zijnde
    monitoren moeten worden ingedeeld onder post 8471 60 90 (GDT 2004) als monitoren van
    de soort die hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden
    gebruikt.

  • Op 29 april 2010 heeft het Hof van Justitie EG arrest gewezen in de zaak C-123/09 ter
    zake van de tariefindeling van stoffen rijhandschoenen met een kunststoflaag. De stof
    van de rijhandschoenen is aan één kant geruwd en vervolgens aan de geruwde kant
    volledig bedekt met kunststof, meer bepaald met polyurethaanschuim. Volgens het Hof
    vervult het polyurethaanschuim een wezenlijke functie voor het gebruik van de
    handschoenen als rijhandschoenen. Daarom moeten dergelijke handschoenen worden
    ingedeeld onder postonderverdeling 3926 20 00 van de GN.

  • In de zaak 07/2443 heeft de rechtbank Haarlem op 2 december 2009 geoordeeld over de
    indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur van trappelzakken/kinderslaapzakken. De
    rechtbank volgt eiseres niet in haar opvatting dat de producten moeten worden
    ingedeeld onder GN-code 9404 3000, zijnde slaapzakken. Weliswaar worden de producten
    aangeduid als slaapzakken en zijn zij ook bestemd voor baby’s en kleine kinderen om
    in te slapen, dit betekent echter niet dat zij voor wat betreft de indeling in de GN
    ook onder slaapzakken moeten worden ingedeeld. De objectieve eigenschappen en
    kenmerken van de producten zoals hierboven beschreven, met name de aanwezigheid van
    armsgaten, halsopening, afritsbare mouwen en elastische rond de taille zijn
    eigenschappen en kenmerken van kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of
    haakwerk. Zij kunnen daarom worden ingedeeld in hoofdstuk 62.