Jurisprudentie

  • In hoger beroep heeft de Douanekamer van het Gerechthof Amsterdam geoordeeld ter zake
    van de zuiverheid van de stof chitosan, die wordt gebruikt als afslankmiddel
    (www.inenuitvoer.nl: 2008-0113-JUR). De Douanekamer stelde belanghebbende in het
    gelijk: In de Guidance on INN van de World Health Organization leest de Douanekamer
    niet een absoluut verbod van enige onzuiverheden of van bepaalde, zeer geringe
    toevoegingen ter conservering van het eigenlijke product en zij refereert aan de
    uitspraak van de DK van 19 februari 2004, nr. 90144 DK (www.inenuitvoer.nl:
    2005-1715-JUR
    ). Het product kan onder het gevraagde nummer van de INN-lijst
    gerangschikt worden zodat het is vrijgesteld van douanerechten. Het hoger beroep is
    gegrond. Hiertegen is cassatie aangetekend en de A-G concludeert tot het gegrond
    verklaren van het beroep in cassatie (IUN 2009-0080-JUR). De Hoge Raad heeft in
    zaaknr. 08/00403, 18 december 2009 het het Hof van Justitie verzocht uitspraak te
    doen over twee vragen. De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst
    het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van vorenstaand verzoek
    uitspraak heeft gedaan.

  • De Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam heeft in de zaak 08/01271 op 10 december
    2009 geoordeeld over de GN-indeling van ‘achterbordkabels’. Voor kabels van GN-code
    7312 1099 van oorsprong uit China is een antidumpingrecht van 60,4% verschuldigd. Bij
    indeling onder GN-code 8716 9090 is geen antidumpingrecht verschuldigd. Blijkens de
    bewoordingen van post 7312 zijn stalen kabels als de in geding zijnde vatbaar voor
    indeling onder die post. Aantekening 2(b), op afdeling XV bepaalt dat artikelen
    bedoeld bij post 7312 in de nomenclatuur worden aangemerkt als 'delen voor algemeen
    gebruik'. Aantekening 2(b) op afdeling XVII (Vervoermaterieel) bepaalt dat dergelijke
    'delen voor algemeen gebruik' voor de toepassing afdeling XVII, dat wil zeggen voor
    de hoofdstukken 86 tot en met 89, niet worden aangemerkt als ‘delen’, ook indien zij
    kennelijk voor vervoermaterieel bestemd zijn. Gelet op deze aantekeningen, in
    onderlinge samenhang bezien, is indeling van de onderwerpelijke kabels als deel van
    een aanhangwagen, zoals belanghebbende heeft bepleit, niet mogelijk.

  • In zaak C260/08 betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend
    door het Bundesfinanzhof (Duitsland), heeft het Hof van Justitie op 10 december 2009
    arrest gewezen ter zake van de uitlegging van artikel 24 van het communautair
    douanewetboek (CDW). Het Hof moest beantwoorden of de ingrijpende be- of verwerkingen
    van goederen van tariefpost 7312 van de gecombineerde nomenclatuur (GN), die de
    niet-preferentiële oorsprong van deze goederen bepalen, enkel be‑ of verwerkingen
    zouden zijn die tot gevolg hebben dat het product, dat door de be‑ of verwerking
    wordt verkregen, in een andere tariefpost van de gecombineerde nomenclatuur moet
    worden ingedeeld. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat voor goederen die zijn
    ingedeeld in post 7312 van de GN de ingrijpende verwerkingen of bewerkingen in de zin
    van artikel 24 van het CDW, niet alleen de be‑ of verwerkingen kunnen omvatten die
    ertoe leiden dat het be- of verwerkte product in een andere post van de gecombineerde
    nomenclatuur wordt ingedeeld, maar ook de be- of verwerkingen die zonder verandering
    van de tariefpost ertoe leiden dat het voortgebrachte product eigenschappen heeft en
    een specifieke samenstelling vertoont die het vóór genoemde verrichting niet bezat.

  • Op 20 november 2009 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak 42560bis ter zake
    van de criteria voor de beoordeling van de vraag of een LCD-monitor een eenheid is
    van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend
    systeem. De Uitspraak volgt op de uitspraak van het Hof van Justitie van 19 februari
    2009, Kamino International Logistics B.V., C-376/07). Op grond van hetgeen het Hof
    van heeft vastgesteld, moet in cassatie ervan worden uitgegaan dat de onderhavige
    monitor is voorzien van een ingang bedoeld voor aansluiting aan automatisch
    gegevensverwerkende systemen. En dat deze in het bijzonder geschikt is om van
    dichtbij te worden afgelezen en dat de beeldfrequentie meer dan 15 MHz bedraagt, doch
    dat daarnaast nog met andere, aldaar genoemde omstandigheden rekening dient te worden
    gehouden, wil de conclusie gerechtvaardigd zijn dat de monitor onder post 8471 60 90
    van de GN kan worden ingedeeld. Uit 's Hofs uitspraak blijkt niet dat die
    omstandigheden door het Hof zijn vastgesteld. Gelet hierop verklaart de Hoge Raad het
    beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, en verwijst het
    geding naar het Gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de
    zaak met inachtneming van dit arrest.

  • In de zaak 02/4671 DK (IUN 2007-1096-JUR) oordeelde de Douanekamer van het
    Gerechtshof Amsterdam dat belanghebbendes beroep moest worden verworpen, aangezien
    naar het oordeel van de Douanekamer de onderhavige LCD-projectoren vatbaar waren
    zowel voor indeling onder post 8471 60 90 als onder post 8528 30 05 van de GN. De
    projectoren fungeerden op het moment van de invoer als in- of uitvoereenheden voor
    automatisch gegevensverwerkende machines van post 8471 en konden dan alleen digitale
    signalen ontvangen. Na de invoer echter konden zij door middel van een relatief
    eenvoudige inbouw van de connectorplaat (videoboard) eveneens geschikt worden gemaakt
    om te werken als videoprojectietoestellen, zoals die in post 8528 worden genoemd. De
    Douanekamer onderschreef de stelling van de inspecteur dat de videofunctie ten tijde
    van de invoer reeds aanwezig was in het onderhavige product, zodat geoordeeld moest
    worden dat dit reeds dan essentiële kenmerken van een videoprojectietoestel
    vertoonde. Op 20 november 2009 heeft de Hoge Raad in cassatie arrest gewezen in de
    zaak 07/10559. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. De middelen behoeven voor
    het overige geen behandeling. De Hoge Raad kan de zaak afdoen. De Hoge Raad verklaart
    het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, doch uitsluitend
    voor zover in geding zijnde uitnodigingen tot betaling en uitspraken van de
    Inspecteur zijn gehandhaafd, vernietigt de uitspraken van de Inspecteur met
    betrekking tot die uitnodigingen tot betaling en die uitnodigingen tot betaling zelf.