Op 29 oktober 2009 heeft de Achtste kamer van het hof van Justitie arrest gewezen
betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing. Deze verzoeken betreffen
de geldigheid van aanvullende aantekening 5 b op hoofdstuk 20 van de gecombineerde
nomenclatuur in de versie van de verordeningen nrs. 1776/2001, 2031/2001 en
1810/2004. Het in het geding zijn de product betrof appelsapconcentraat waarbij het
Hof werd verzocht uit te leggen of met het begrip vruchtensappen met toegevoegde
suiker ook geconcentreerde vruchtensappen worden bedoeld waaraan geen suiker is
toegevoegd, en of de formulering „verkregen uit vruchten of door verdunning van
geconcentreerd vruchtensap” betrekking heeft op alle vruchtensappen in hun
natuurlijke staat in de respectieve toestand waarin zij worden aangebracht.
De Commissie heeft erkend dat zij met de vaststelling van aanvullende aantekening 5 b
op hoofdstuk 20 van de GN de bevoegdheden heeft overschreden die haar door artikel 9
van verordening nr. 2658/87 worden verleend. Daarom heeft de Commissie deze
aantekening gewijzigd door verordening nr. 360/2008 vast te stellen en een nieuwe
bepaling toe te voegen volgens welke punt b) van deze aantekening niet van toepassing
is op geconcentreerde natuurlijke vruchtensappen.
Het Hof van Justitie verklaart daarmee voor recht dat aanvullende aantekening 5 b op
hoofdstuk 20 in de versie van de verordeningen (EG) nr. 1776/2001 van de Commissie
van 7 september 2001, (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 en (EG)
nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004, ongeldig is, voor zover zij
geconcentreerde natuurlijke appelsappen uitsluit van post 2009.