Jurisprudentie

  • In de zaak AWB 09/2334 heeft de Rechtbank Breda op 16 oktober uitspraak gedaan in een
    geschil of belanghebbende ter zake van de uitslag van de goederen accijns
    verschuldigd is naar het op grond van artikel 11d van de WA geldende tarief van €
    72,89 per hectoliter omdat de goederen moeten worden ingedeeld onder tariefpost 2206
    van de gecombineerde nomenclatuur (GN) zoals belanghebbende bepleit, dan wel naar het
    op grond van artikel 13 van de WA geldende tarief van € 15,04 per hectoliter per
    volumepercentage alcohol omdat de goederen moeten worden ingedeeld in tariefpost 2208
    van de GN, zoals de inspecteur voorstaat. Een alcoholhoudende vloeistof, gemaakt van
    gegiste appels, moet volgens de rechtbank ingedeeld worden onder post 2206 van de GN
    omdat, anders dan de inspecteur meent, er wel degelijk sprake is van een drank. De
    van die vloeistof, onder toevoeging van suiker en aroma's, gemaakte dranken vallen
    onder de omschrijving van likeuren zoals bedoeld bij post 2208, mede omdat door die
    toevoegingen het wezenlijk karakter van een gegiste drank verloren is gegaan. Het
    gelijk is aan de inspecteur.

  • Op 7 mei 2009 heeft het Hof van Justitie arrest gewezen (www.inenuitvoer.nl:
    2009-0751-JUR
    ) in de zaak C-150/08 betreffende een verzoek om een prejudiciële
    beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden
    (www.inenuitvoer.nl: 2008-1070-JUR). Naar aanleiding van dit arrest heeft de Hoge
    Raad op 13 november 2009 arrest gewezen in de zaak 43038bis. De Hoge Raad meent dat
    de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 26 januari 2006, nr. 04/01084 niet in
    stand kan blijven. Verwijzing moet volgen. Het verwijzingshof zal moeten nagaan onder
    welke tariefpost de onderwerpelijke dranken met inachtneming van het hiervoor onder 1
    vermelde arrest van het Hof van Justitie moeten worden ingedeeld. Voorts stelt de
    Hoge Raad dat het hof moet bepalen welke overgangstermijn onder de omstandigheden van
    dit geval passend is.

  • Op 29 oktober 2009 heeft Advocaat-Generaal Bot in de zaak C‑386/08 (Brita GmbH tegen
    het Hauptzollamt Hamburg‑Hafen) geconcludeert ter zake van een verzoek van het
    Finanzgericht Hamburg (Duitsland) om een prejudiciële beslissing. Dit prejudiciële
    verzoek betreft de uitlegging van de Euro-mediterrane Overeenkomst. Het Finanzgericht
    Hamburg (Duitsland) wenst van het Hof te vernemen of de Duitse douaneautoriteiten
    krachtens de overeenkomst EEG-Israël gebonden zijn door het resultaat van de door de
    Israëlische douaneautoriteiten verrichte controle achteraf van de oorsprong van die
    producten. De AG concludeert dat de douaneautoriteiten van de staat van invoer zijn
    niet gebonden door het resultaat van de door de douaneautoriteiten van de staat van
    uitvoer verrichte controle achteraf wanneer het geschil tussen de douaneautoriteiten
    van de staten die partij zijn bij die overeenkomst betrekking heeft op de omvang van
    het territoriale toepassingsgebied van die overeenkomst. Goederen die door de
    Israëlische douaneautoriteiten als van oorsprong uit Israël zijn aangemerkt, maar van
    oorsprong blijken te zijn uit de bezette gebieden, en wel uit de Westelijke
    Jordaanoever, kunnen noch in aanmerking komen voor de preferentiële behandeling
    volgens de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt
    gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Staat
    Israël, anderzijds, noch voor die volgens de Euro-mediterrane
    Interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Europese
    Gemeenschap, enerzijds, en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve
    van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook,
    anderzijds.

  • In PbEU C 112 van 7 mei 2008 werd een Toelichting EG op de posten 8521 en
    8528 gepubliceerd betreffende de indeling van toestellen zonder beeldscherm die
    televisiesignalen kunnen ontvangen, zogenoemde set-top boxen. Verwijzende rechters in
    het VK hebben nu aan het Hof prejudiciële vragen gesteld over van de indeling van
    zogenoemde set-top boxen. Daarnaast heeft de verwijzende rechter vragen gesteld over
    diverse aspecten van artikel 12, lid 5 van het Communautair Douanewetboek en de
    relatie met de overeenkomst inzake informatietechnologie ('ITA').

  • Op 29 oktober 2009 heeft de Achtste kamer van het hof van Justitie arrest gewezen
    betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing. Deze verzoeken betreffen
    de geldigheid van aanvullende aantekening 5 b op hoofdstuk 20 van de gecombineerde
    nomenclatuur in de versie van de verordeningen nrs. 1776/2001, 2031/2001 en
    1810/2004. Het in het geding zijn de product betrof appelsapconcentraat waarbij het
    Hof werd verzocht uit te leggen of met het begrip vruchtensappen met toegevoegde
    suiker ook geconcentreerde vruchtensappen worden bedoeld waaraan geen suiker is
    toegevoegd, en of de formulering „verkregen uit vruchten of door verdunning van
    geconcentreerd vruchtensap” betrekking heeft op alle vruchtensappen in hun
    natuurlijke staat in de respectieve toestand waarin zij worden aangebracht.

    De Commissie heeft erkend dat zij met de vaststelling van aanvullende aantekening 5 b
    op hoofdstuk 20 van de GN de bevoegdheden heeft overschreden die haar door artikel 9
    van verordening nr. 2658/87 worden verleend. Daarom heeft de Commissie deze
    aantekening gewijzigd door verordening nr. 360/2008 vast te stellen en een nieuwe
    bepaling toe te voegen volgens welke punt b) van deze aantekening niet van toepassing
    is op geconcentreerde natuurlijke vruchtensappen.

    Het Hof van Justitie verklaart daarmee voor recht dat aanvullende aantekening 5 b op
    hoofdstuk 20 in de versie van de verordeningen (EG) nr. 1776/2001 van de Commissie
    van 7 september 2001, (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 en (EG)
    nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004, ongeldig is, voor zover zij
    geconcentreerde natuurlijke appelsappen uitsluit van post 2009.