Jurisprudentie

  • Het Gerechtshof Amsterdam heeft in de zaak 02/02606 op 9 juni 2011 geoordeeld in het
    geding ter zake van een navordering van douanerechten wegens een correctie van de
    aangegeven tariefpost. Tussen partijen staat vast dat er sprake is van een vergissing
    van de douaneautoriteiten in de zin van artikel 220, lid 2, onderdeel b, CDW. Het Hof
    overweegt dat belanghebbende, rekening houdend met de complexiteit van de vergissing,
    de beroepservaring van belanghebbende en de door haar betrachte zorgvuldigheid, de
    vergissing redelijkerwijs kon ontdekken. De inspecteur is derhalve niet gehouden om
    af te zien van de navordering. Het beroep is evenwel gegrond omdat de uitnodigingen
    tot betaling verminderd worden.

  • In de gevoegde zaken 10/00509 t/m 10/00518 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 juni
    2011 geoordeeld ter zake van de in het geding zijn bindende tariefinlichtingen
    (BTI’s) afgegeven voor connectoren (verbindingsstukken) zonder terminals. De goederen
    zijn in de BTI’s ingedeeld onder post 8538 90 99 van de GN. Het Hof komt - anders dan
    de rechtbank - met toepassing van indelingsregel 1 tot een indeling onder post 8547
    20 00 van de GN.

  • In de gevoegde zaken 10/00519 t/m 10/00523 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 juni
    2011 geoordeeld ter zake van het geding zijn bindende tariefinlichtingen (BTIs)
    afgegeven voor connectoren (verbindingsstukken) zonder terminals. De goederen zijn in
    de BTI's ingedeeld onder post 8538 90 99 van de GN. Het Hof komt - anders dan de
    rechtbank - met toepassing van indelingsregel 1 tot een indeling onder post 8547 20
    00 van de GN.

  • In de gevoegde zaken 10/00524 t/m 10/00526 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 juni
    2011 geoordeeld ter zake van de intrekking van bindende tariefinlichtingen (BTI’s)
    die waren afgegeven voor connectoren (verbindingsstukken) zonder terminals. De
    goederen zijn in de BTI ingedeeld onder post 8536 90 10 van de GN. Het Hof komt -
    anders dan de rechtbank in haar uitspraak in de zaken AWB 08/4679, AWB 08/4681 en AWB
    08/4682 - met toepassing van indelingsregel 1 tot een indeling onder post 8547 20 00
    van de GN. De intrekking van de BTI’s is terecht omdat de tariefpost niet juist is.

  • Op 16 juni 2011 heeft het Hof arrest gewezen in de zaak C-152/10 betreffende een
    verzoek om een prejudiciële beslissing ter zake van de indeling van opvangzakken voor
    dialyse van kunststof, uitsluitend bestemd voor dialysemachines (kunstnieren).
    Volgens het Hof moest een kunststof opvangzak voor dialyse die speciaal is ontworpen
    om te worden gebruikt met een dialysemachine (kunstnier) en slechts op deze wijze kan
    worden gebruikt, tussen mei 2001 en december 2003 worden ingedeeld onder
    postonderverdeling 3926 90 99 van deze nomenclatuur als 'kunststof en werken
    daarvan'. Voorts oordeelde het Hof dat een urineopvangzak van kunststof die speciaal
    is ontworpen om te worden gebruikt met een catheter en dus slechts op deze wijze kan
    worden gebruikt, voor dezelfde periode moest worden ingedeeld onder
    postonderverdeling 3926 90 99 van deze nomenclatuur als 'kunststof en werken
    daarvan'. In haar overwegingen geeft het Hof tevens aan dat de adviezen van de
    comités, al zijn zij rechtens niet bindend, toch belangrijke middelen vormen ter
    verzekering van een uniforme toepassing van het douanewetboek door de
    douaneautoriteiten van de lidstaten en als zodanig als waardevolle hulpmiddelen bij
    de uitlegging van dit wetboek kunnen worden beschouwd. Bovendien zijn deze
    uitleggingsadviezen, die geen aanleiding gaven tot de vaststelling van een
    verordening, anders dan belanghebbende betoogt, geldig bruikbaar in de vóór de
    vaststelling van deze adviezen ontstane en gevormde rechtsverhoudingen.