De Rechtbank Haarlem heeft in de zaak 06/11387 op 10 december 2007 geoordeeld dat een
dennenslinger van kunststof met geïntegreerde verlichting in de vorm van lampjes,
dient te worden ingedeeld in post 9505 van het GDT als zijnde een kerstfeestartikel
(www.inenuitvoer.nl: 2008-0045-JUR). In hoger beroep deelt de Douanekamer echter het
standpunt van de inspecteur dat de goederen, gelet op de aanwezige lampjes, moeten
worden aangemerkt als ‘elektrische guirlandes’. Zij vertonen, gelijk bij waarneming
van het ter zitting overgelegde monster is gebleken, de aan slingers eigen objectieve
eigenschap dat zij over meubels en dergelijke kunnen worden gedrapeerd of aan een
muur kunnen worden opgehangen, en zijn daar ook voldoende soepel voor. Deze
vaststelling brengt met zich dat letter t van Aantekening 1 op Hoofdstuk 95 moet
worden toegepast, hetgeen betekent dat de goederen niet in Hoofdstuk 95 kunnen worden
ingedeeld. De Aantekening verwijst voor dat geval naar post 9405. Uit letter l van
Aantekening 1 op Hoofdstuk 94 volgt een soortgelijke conclusie, namelijk dat de
onderhavige goederen binnen Hoofdstuk 94 moeten blijven. In post 9405 is
onderverdeling 30 00 niet mogelijk, omdat het niet wel denkbaar is dat de goederen
vanwege de groene namaakdennennaalden in een kerstboom met dezelfde uiterlijke
verschijningsvormen worden gehangen. Dit zo zijnde blijft slechts voor indeling van
de goederen de sluitpost van andere elektrische verlichtingstoestellen van kunststof
over, te weten post 9405 40 39.