Jurisprudentie

  • In geschil is of MP3-spelers met radio-ontvangsttoestel ingedeeld moeten worden in
    Taric-code 8520.9090.90 (voorheen 8473.3090.00 dan wel 8471.3000.00) zoals eiseres
    bepleit, of in Taric-code 8527.1399.00, hetgeen verweerder bepleit. De Rechtbank
    meent dat de producten - gelet op hun objectieve kenmerken en eigenschappen – voldoen
    aan de bewoordingen van GN-code 8527 1399 en dat deze op grond van indelingsregel 1
    hieronder moeten worden ingedeeld.

  • De Rechtbank had in een eerder zaak op 25 januari 2006 geoordeeld dat de in de
    bindende tariefinlichtingen omschreven voertuigen, met drie of vier wielen die door
    een op batterijen werkende magneetmotor worden aangedreven, terecht waren 
    ingedeeld onder post 8703 1018 van het gemeenschappelijk douanetarief
    (www.inenuitvoer.nl: 2006-0577-JUR). De door belanghebbende voorgestane indeling
    onder post 8713 9000 (invalidenwagens) werd afgewezen; er was namelijk geen sprake
    van een rolstoel of daarop gelijkend voertuig. In hoger beroep heeft de Douanekamer
    van het Gerechtshof Amsterdam (zaaknummer 06/79) op 8 april 2008 geoordeeld in een
    geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de producten waarvoor de BTI’s
    zijn afgegeven, dienen te worden ingedeeld onder post 8703 10 18 van de GN, zoals ook
    de inspecteur in de BTI’s heeft beslist, dan wel of post 8713 90 00 (invalidewagens)
    van toepassing is, die belanghebbende voorstaat. Het komt de Douanekamer
    onwaarschijnlijk voor dat de onderhavige voertuigen, zoals deze in de BTI-aanvraag en
    in de BTI-tekst zelf zijn omschreven, en zoals deze ter zitting met behulp van
    videobeelden zijn geadstrueerd, door mensen in het algemeen worden gebruikt, zonder
    dat er sprake is van een probleem inzake hun lichamelijke mobiliteit. Hieruit leidt
    de Douanekamer af dat de goederen de objectieve eigenschap hebben om speciaal te
    worden gebruikt door invaliden. Uit het overwogene volgt dat het gelijk aan
    belanghebbende is. De uitspraak van de rechtbank, de uitspraak op bezwaar en de BTI’s
    moeten worden vernietigd. In de zaak 07/4218 heeft de Rechtbank Haarlem op 27 juni
    2008 het gerechtshof Amsterdam gevolgd bij de indeling van scootmobielen.

  • Naar aanleiding van controle na de invoer heeft verweerder geconcludeerd dat de
    hoofdfunctie van de mp3-spelers met een radio-ontvangsttoestel het
    radio-ontvangsttoestel is, en dat deze mp3-spelers (de producten) dienen te worden
    ingedeeld in GS-post 85.27. In geschil is of eiseres ontvankelijk is in haar beroep.
    De rechtbank is van oordeel dat eiseres haar bezwaarschrift tegen de UTB
    onverschoonbaar buiten de in artikel 6:7 van de Awb bepaalde termijn heeft ingediend,
    zodat verweerder haar ten onrechte ontvankelijk heeft verklaard in bezwaar. De
    rechtbank verklaart het beroep om die reden gegrond en doen wat verweerder had
    behoren te doen, namelijk eiseres alsnog niet-ontvankelijk verklaren in haar bezwaar.

  • In de gevoegde zaken C 362/07 en C 363/07 van 17 juli 2008 wordt volgens de
    Advocaat-Generaal het hof in casu niet zozeer verzocht om concrete aanwijzingen
    betreffende de indeling van een specifiek product, maar vooral om uitlegging van
    bepaalde fundamentele regels inzake de tariefindeling. Hierbij verwijst hij naar
    aantekening 5 op hoofdstuk 84 van de GN, alsmede naar algemene regel 3 van de GN. De
    A-G heeft geconcludeerd dat in het kader van de gecombineerde nomenclatuur 2006
    multifunctionele apparaten met een print-, een scan- en een kopieerfunctie moeten
    worden ingedeeld aan de hand van algemene regel 3. Wanneer het mogelijk is een enkele
    overheersende functie vast te stellen, of een samenstel van overheersende functies
    die onder dezelfde afdeling of hetzelfde hoofdstuk van de gecombineerde nomenclatuur
    kunnen worden ingedeeld, moet de indeling geschieden aan de hand van algemene regel
    3b, waarbij eventueel de aantekeningen op die afdeling of dat hoofdstuk worden
    toegepast. In het tegenovergestelde geval vindt het bepaalde sub algemene regel 3c
    toepassing. Multifunctionele apparaten zoals die welke in het onderhavige geding aan
    de orde zijn, moeten worden ingedeeld onder post 8471 60 van de gecombineerde
    nomenclatuur 2006. Bij het onderzoek van de vraag is niet gebleken van feiten of
    omstandigheden die de geldigheid kunnen aantasten van verordening (EG) nr. 400/2006
    van de Commissie van 8 maart 2006 tot indeling van bepaalde goederen in de
    gecombineerde nomenclatuur.

  • In cassatie heeft de Procureur Generaal in zijn conclusie het oordeel van het Hof ter
    zake van een indelingsgeschil bevestigd (Hoge Raad, zaaknr. 43038, 21 maart 2008). In
    de onderhavige casus gaat om producten met dezelfde organoleptische eigenschappen als
    die van de in tariefpost 2206 en de GS-toelichting daarop bij wijze van voorbeeld
    genoemde producten en die van de alcoholische dranken genoemd in de
    indelingsverordeningen 2802/95 en 600/2006. De PG concludeert in deze zaak dat 's
    Hofs oordeel dat de onderhavige alcoholische dranken niet onder tariefpost 2206 maar
    onder tariefpost 2208 moeten worden ingedeeld getuigt van een juiste rechtsopvatting
    (www.inenuitvoer.nl: 2006-1890-JUR). De Hoge Raad heeft echter gemeend ter zake van
    de indeling van alcoholhoudende dranken in de Gecombineerde Nomenclatuur met het oog
    op het tarief accijns prejudiciële vragen te stellen. Het betreft de indeling in de
    posten 2206 (niet-mousserende tussenproducten) of 2208 (overige alcoholhoudende
    dranken) (zie www.inenuitvoer.nl: 2008-0449-JUR).