Jurisprudentie

  • De Hoge Raad heeft op 29 juni 2007 uitspraak gedaan ter zake van de uitlegging van
    post 8704 10 GN. Het betrof de indeling van dumpers (primair) ontworpen voor gebruik
    buiten de verharde, openbare weg. De Hoge Raad deed haar uitspraak op basis van het
    arrest van 11 januari 2007 van het Hof van Justitie EG in de zaak C-400/05.

  • Belanghebbende had voor zijn verhuizing naar Nederland een vrijstelling voor zijn
    verhuisboedel aangevraagd en verkregen. Na zijn verhuizing bleek hij de vergunning
    ten onrechte te hebben verkregen. Omdat de vergunning was verbruikt kan deze niet
    meer worden ingetrokken. Navordering is het enige middel dat de in specteur moet
    inzetten.

  • De Rechtbank in Haarlem heeft op 20 juni 2007 ter zake van de indeling van dranken
    die zowel gegiste als gedistilleerde alcohol bevatten een voorlopige voorziening
    afgewezen vanwege ontbreken van spoedeisend belang.

  • De Rechtbank Haarlem oordeelde in de zaak AWB 06/5903 op 22 mei 2007 dat de indeling
    van een kussentijk in de GN-post 6307 90 99 diende plaats te vinden: Het wezenlijke
    karakter van de kussentijk werd gevormd door de functie ervan als - onmisbaar -
    onderdeel van een kussen. Niet gebleken was dat de kussentijk kon worden aangemerkt
    als een sloop. De tijk diende te worden beschouwd als een halffabrikaat van het
    kussen als gereed product. Voorts achtte de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat de
    onderwerpelijke tijk gelijk was aan het product in Verordening (EG) 1020/2003.

  • In de zaak nr. 02/03725 DK van 21 december 2006 heeft belanghebbende naar het oordeel
    van de Douanekamer van het Hof Amsterdam bewezen dat de (meeste van de) door haar
    ingevoerde boter daadwerkelijk van oorsprong uit Estland was. Ondanks de
    omstandigheid dat de certificaten als 'onjuist' moesten worden aangemerkt op grond
    van jurisprudentie van het Hof van Justitie, werd zij derhalve beschermd door artikel
    220, tweede lid, onderdeel b, van het CDW. De uitnodigingen tot betaling moesten
    mitsdien (grotendeels) vernietigd worden.